IMF POSITIEF VERRAST OVER SURINAAMSE ECONOMIE

De recente positieve beoordeling van de zesde beschouwing van het IMF-steunprogramma voor Suriname markeert een belangrijke stap in het herstelproces van de Surinaamse economie. Het vrijkomen van USD 61,5 miljoen aan budgetsteun lijkt op het eerste gezicht een welkome verlichting voor de Surinaamse staat. Echter, bij nader inzien zijn er verschillende kritische punten die aandacht verdienen. Het IMF spreekt van “economische groei in gang”, maar het is essentieel om te onderzoeken wat deze groei werkelijk betekent voor de bevolking.

Hoewel er een toename van het investeerdersvertrouwen en donorondersteuning wordt gemeld, blijft de vraag in hoeverre deze voordelen de gemiddelde Surinamer daadwerkelijk bereiken. Zonder substantiële verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking, kan men zich afvragen of de geclaimde economische groei, duurzaam en inclusief is. Daarnaast mag niet vergeten worden dat bijvoorbeeld de 7 procent kredietfaciliteit gefinancierd wordt uit de kasreserves die de handelsbanken bij de Centrale Bank van Suriname aanhouden. Dit rekentrucje leidt dus tot stijging van economische activiteit, terwijl de zogenaamde ‘reserve’ niet meer onder eigen beheer is, maar afhankelijk is van het betaalgedrag van de zwakste groep aan inkomens. Het IMF wijst op de noodzaak van verbeteringen in overheidsuitgaven, het sociaal vangnet en overheidsbestuur. Dit roept de vraag op waarom deze kernpunten, die cruciaal zijn voor het economische en sociale welzijn van het land, nog steeds aandachtspunten zijn na meerdere beoordelingen. De aanhoudende problemen in deze gebieden suggereren een gebrek aan effectieve beleidsuitvoering en governance, wat de vraag oproept hoe diepgaand de hervormingen werkelijk zijn.

INTERNATIONALE SCHULDEN EN SUBSIDIES

Hoewel de herschikking van bilaterale internationale schulden en de afbouw van overheidssubsidies als positieve ontwikkelingen worden gepresenteerd, moet men zich realiseren dat dit vaak gepaard gaat met zware sociale kosten. De afbouw van subsidies kan leiden tot hogere kosten voor energie, water en gas voor de burgers, wat de druk op de reeds kwetsbare lagen van de samenleving vergroot. Het IMF benadrukt weliswaar de noodzaak van een effectief sociaal vangnet, maar de praktijk heeft vaak aangetoond dat de implementatie van dergelijke vangnetten traag en inefficiënt kan zijn, waardoor de meest behoeftigen onvoldoende worden beschermd. De vooruitzichten die het IMF schetst, zoals de herkapitalisatie van banken en investeringen in infrastructuur, zijn op zichzelf belangrijke stappen. Echter, de effectiviteit van deze maatregelen hangt sterk af van het vermogen van de overheid om een transparant en goed gereguleerd financieel en economisch kader te handhaven. De nadruk van het IMF op anti-witwasmaatregelen en de organisatie van het sociaal vangnet is terecht, maar het blijft onduidelijk hoe snel en effectief Suriname deze vereisten zal kunnen implementeren. Het aannemen van regelgeving, resulteert nog niet in de handhaving daarvan. En met de extra regeldruk die toeneemt, wordt het systeem inefficiënter, worden de kosten voor handelsbanken, cambio’s en verzekeraars verhoogd en worden al deze organisaties minder winstgevend. Dat is funest voor het eigen vermogen en funest voor de middelen die beschikbaar zijn om groei in de economie te stimuleren. Het IMF noemt ook milieukwesties en datakwaliteit als belangrijke aandachtspunten voor de lange termijn. Dit roept de vraag op of Suriname, dat momenteel al worstelt met directe economische en sociale uitdagingen, in staat zal zijn om tijdig de nodige stappen te ondernemen om deze langetermijnproblemen aan te pakken. Het risico bestaat dat deze onderwerpen op de lange baan worden geschoven, met mogelijk ernstige gevolgen voor de toekomstige duurzaamheid van de economische groei.

Hoewel het positief is dat Suriname de steun van het IMF blijft genieten en dat er tekenen van economisch herstel zijn, moet men voorzichtig zijn met het interpreteren van deze ontwikkeling als vooruitgang. Zolang fundamentele kwesties zoals governance, sociale bescherming en inclusieve groei niet adequaat worden aangepakt, blijven de langetermijnvooruitzichten onzeker. Vooral omdat de prijs voor de warme en knusse relatie met het IMF, grotendeels een verslechterende relatie met China, onze grootste bilaterale schuldeiser, is. De lang beloofde herstructurering is ruim een half jaar na opgeblazen aankondiging, nog altijd niet in een ondertekend document op regeringsniveau omgezet. Het is cruciaal dat zowel de Surinaamse regering als het IMF verder kijken dan de cijfers en zich richten op duurzame, inclusieve oplossingen die de brede bevolking ten goede komen.

More
articles