NURMOHAMEDISME

De minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed, deed op de reguliere vergaderdag van de Raad van Ministers, de volgende uitspraak:

“Laten we stoppen met uitschelden. Er zijn honderden mensen die uitschelden naar ministers. Dat gedoe moet ophouden in dit land, want dat demotiveert ministers en de regering. De bureaucratie bij de regering duurt gewoon te lang. En ik heb het volgehouden, maar geloof me, een andere minister zou het niet volhouden. Ik houd het vol, omdat ik weet dat bij wat we doen, je geduld moet hebben. Als ik geen geduld heb, dan houdt alles op in dit land. Daarom moet men me koesteren.”

Deze uitspraak komt enkele maanden nadat de minister in een presentatie over de Pan Am-kwestie, een schandaal waarin hij zelf onregelmatigheden erkende, dreigde met “rechtszaken tegen nep-journalisten en pseudo-deskundigen”. Hij deed dat door publiekelijk de opdracht aan de landsadvocaat te geven, om zijn persoonlijke eer en goede naam te verdedigen in rechte. De denkwijze en ideologie van deze bijzondere wetenschapper, capabele bestuurder en begaafd spreker, zijn zorgelijk te noemen binnen een democratisch bestel. Het gehalte ‘de staat, dat ben ik’ in de ondertoon van de bewindsman, verschilt niet veel van zijn illustere voorganger in die functie, Ramon Abrahams. Het persoonlijk exceptionalisme dat hij predikt, verschilt ook weinig van de manier waarop Misiekaba tegen Bouterse aankeek, wanneer hij hem als door God gegeven loofde, met dien verstande, dat Nurmohamed niet zijn voorzitter, maar zichzelf, een geschenk uit de hemel aan de Surinaamse natie lijkt te achten. Tot slot is er zijn mening te mogen willen, beschikken, oordelen en opvoeden, aan de hand van allocatie van de capaciteit van Openbare Werken. Terwijl Paramaribo letterlijk verzonk in wateroverlast, meende hij namelijk dat de democratie zijn klaslokaal was, door te stellen dat Surinamers moesten leren dat het stemmen op verkeerde leiders, tot gevolg kon hebben, dat zij moesten “voelen” hoe overstroomde straten onbegaanbaar werden.

Het zal iemand met een dergelijke zelfachting, in de leefomgeving niet aan de nodige spiegels ontbreken. Misschien kan hij er wat zelfreflectie in terug vinden, als nederigheid te veel gevraagd is, zelfs van onze hogere landsdienaren.

More
articles