Absoluut niemand besteedt zijn tijd en aandacht aan de politiek om te verliezen. Politici met zuivere idealen, willen verkozen worden. Politici met onzuivere bedoelingen, willen verkozen worden. Gregory Rusland presenteerde onlangs in de Dave Podcast, dat de NPS niet zoveel voor het volk kan doen, als de partij geen grote meerderheid behaalt bij verkiezingen. Hikmat Mahawat Khan vindt het onzinnig te geloven in nieuwe of een bundeling van kleine partijen als de oplossing voor de maatschappelijke problemen van Suriname. ‘Rommel’ is rommel en ‘rommel’ bij elkaar maakt het er niet beter op’, wordt bij de Berm, de Olifant, Grun Dyari en op Moengotapoe met daverend applaus ontvangen.
Er zit ook geen redeneringsfout in de logica van Khan. Garbage in, garbage out, zegt men in dataverwerking. Marktanalyse van ‘bundeling’ van bedrijven geeft hem gelijk: de samensmelting zelf levert geen groei of verbetering van resultaten op.
‘Bundeling’ als concept, als politieke strategie en als praktijkinstrument, is gebrekkig. Aan iedere verkiezing hebben combinaties meegedaan, ook na invoering van het pre-electoraal combinatieverbod. En hoewel met uitzondering van 2015, alle voorgaande verkiezingen door tenminste een gedeelte van een pre-electorale samenwerking werden gewonnen, was de samenwerking tussen minstens twee partijen in die combinatie, niet nieuw of uniek aan die verkiezingen. Ook de partij van de lijsttrekker, deed niet voor het eerst mee.
Dit is niet uniek aan politiek. Na het eerste wereldkampioenschap, heeft geen enkel nieuw deelnemend land, het WK gewonnen. Geen enkel expansion team heeft ooit in het jaar van introductie in de NFL of NBA het kampioenschap gewonnen. Geen enkel beursgenoteerd bedrijf had binnen vijf jaar van IPO de hoogste market cap in zijn sector. En ook in Nederland is het ondanks populistische golven, nooit een partij gelukt na introductie, voldoende zetels voor het formeren van een regering te behalen. Hokjesdenken wordt inderdaad niet weggenomen door de bundeling of door de recente oprichting van partijen.
Het vertrekpunt is niet of een nieuwe partij de oplossing is voor Suriname. Genoeg nieuwe partijen hebben sedert 1948 deelgenomen en de problemen niet structureel opgelost. Het vertrekpunt moet zijn of de kiezer nieuwe partijen of de samenwerkingen tussen nieuwe partijen op voorhand moet uitsluiten, in de zekerheid dat zij geen oplossingen aan Suriname te bieden hebben.
Nieuwe partijen bieden een aantal systeemvoordelen die ze tot een absolute noodzaak maken in het politieke bestel. Nieuwe partijen hebben een meerderheid van de vormende ontwikkelingen aan onze democratie en rechtsstaat geïntroduceerd en bijgedragen aan het publieke debat en daarmee de gevestigde orde gedwongen, die ontwikkelingen over te nemen in hun verkiezingsprogramma’s en vervolgens hun beleid. PSV en het algemeen kiesrecht, oftewel stemrecht voor vrouwen. PNR en de onafhankelijkheid. PALU en de hervorming van domeingronden. Daarnaast zijn nieuwe partijen een laagdrempelige introductieomgeving voor politici, die daar een leefomgeving doormaken en zich daarna kunnen doorontwikkelen tot leiders bij grotere politieke organisaties. Ronald Venetiaans eerste politiek lidmaatschap was niet van de NPS, van Desi Bouterse en Rabin Parmessar niet van de NDP en van Sheilendra Girjasing niet van de VHP. Verantwoordelijkheid in plaats van volgzaamheid wordt beter aangeleerd in een omgeving, waar paternalisme en voorzittersverheerlijking nog niet bloeden uit de muren van het partijgebouw.
Is de nieuwe partij dan niet meer dan een laboratorium of opleidingscentrum voor de hoofdklasse van de politiek? En zo ja, waarom zou de kiezer het landsbelang in handen plaatsen van aspiranten?
Nieuwe partijen zijn niet opgericht om nieuw of klein te blijven. En als ze de keuze hadden, hadden de oprichters liever misschien een partij met een glorieuze geschiedenis en een grote omvang opgericht. Maar politiek enthousiasme is geen tijdmachine. De reis start aan het begin. De kans is wel daar voor de kiezer om de mannen en vrouwen zelf te ontdekken, die het vertrouwen vragen. Geen perschef, dienstauto of stylist. De persoon en hun verhaal, hun eigen verhaal. Hun keuzes, hun visie en hun tekortkomingen zijn daar voor de kiezer om in de weegschaal te leggen. Het gaat ook om politici die niet voltijd bezig zijn met het theater of zich verschuilen voor de discussie. Zij zijn in de gemeenschap nog altijd zelf werknemer of ondernemer. En zullen zelf voor de camera bij Faried Pierkhan, Dave Van Aerde, achter de microfoon bij Biemla Gajadien of Faiq Lall Mohamed of op het debat podium bij Jennifer Van Dijk – Silos, Karin Refos of Steven Debipersad moeten verschijnen. Er is een authenticiteit en integriteit die vereist is om dat succesvol te doen, die de kiezer veel meer ten goede komt, dan de overvliegende politicus in de helikopterfase van de carrière.
Samenwerking vereist meer dan een kieslijst samen indienen bij het hoofdstembureau en op massameetings elkaar in de armen, in plaats van in de haren vliegen. Samenwerking vereist een keuze in de wijze van besluitvorming: meerderheid of consensus, tijdelijke vertegenwoordiging door een presidium en een vertrekverbod. Samenwerking vereist het opgeven van iets van betekenis: naam, logo, lijsttrekkerschap en vereist overtuiging naar de achterban toe. Samenwerking vereist comfort met elkaars grenzen en uitsluitingen. Durven de hoofdbesturen samen te vergaderen, voordat een overeenkomst op papier is gesteld? Kan de penningmeester van de ene partij de jongerenvoorzitter van de andere partij opbellen en rechtstreeks benaderen? Geef je elkaar toegang tot de ledenadministratie? Maar vooral is de samenwerking als geheel bereid om vooraf aan te geven, wie de presumptieve oppositieleider of presidentskandidaat is voor de komende twee tot drie verkiezingen? Of gaat aan het volk weer een uitgeblust verhaal voorgehouden worden over een ‘profielschets’, om achteraf over het vereiste te kunnen lezen en schrijven en het ontbreken van een strafblad, af te zien?
Samenwerking kan schaalvoordelen hebben. En zoals rommel rommel blijft, kan niets nieuws uit iets ouds voorkomen. Zoals hervorming niet kan komen uit geesten die primair op ordening gericht zijn. Maar de samenwerking moet doelgericht zijn, in ondersteuning van een vertrouwen, dat de bereidheid om te volgen en uit te voeren oproept. Als het duurzaam karakter daarvoor niet aanwezig is voor één persoon. Als consensus daarover, zoals in 2020, meer dan dertig vergaderingen gaat vereisen om vervolgens uiteen te vallen vlak voor het startschot, dan is het realisme van Khan en van Rusland voor de Surinaamse kiezer de enige optie.
Samenwerking houdt in elkaar verantwoordelijk te houden voor het nakomen van afspraken. Samenwerking houdt in, de achterban tot participatie en vertrouwen te kunnen bewegen. Samenwerking houdt in niet allebei een appartementje te blijven huren, voor als samenwonen teleurstelt. Samenwerking houdt in toegang tot elkaars data, ledenbestanden en contributieoverzicht. Samenwerking houdt in geen onderlinge achterkamertjes en evaluaties na vergaderingen. Samenwerking kan alleen gedreven worden door de overtuiging dat de integriteit, de authenticiteit en de deskundigheid, om van Suriname op de lange termijn een ontwikkelde en goed bestuurd land te maken, waar alle Surinamers van gelijke kansen gebruik kunnen maken, aanwezig zijn binnen de gelederen van de samenwerking als geheel. Met die overtuiging moet men bereid zijn de heilige huisjes in te trappen en de schepen achter zich te verbranden. Want vernieuwing dobbert niet rond met reddingsboten.
R.B.