Toen TotalEnergies vorig jaar de inschatting deed dat USD 9 miljard vereist was aan investeringen voor de ontwikkeling van de Sapakara South- en Krabdagu-velden voor de kust van Suriname, was eenieder enthousiast vanwege deze belangrijke kans op ontwikkeling voor de Surinaamse oliesector. Met bijna 700 miljoen vaten aan olievoorraden in het vooruitzicht, vertegenwoordigt dit een aanzienlijke kans voor Suriname om zijn natuurlijke hulpbronnen te benutten en economische groei te stimuleren.

De verwachte investering van TotalEnergies, die naar verwachting in het vierde kwartaal van 2024 groen licht zal krijgen, is een mijlpaal voor het land en zijn aspiraties om een belangrijke speler te worden in de wereldwijde olie-industrie. Het feit dat TotalEnergies deze investering overweegt, onderstreept het potentieel van de Surinaamse offshore oliemarkt en zal naar verwachting het vertrouwen van andere investeerders en de spin-off van zo’n investering vergroten. De aankondiging komt op een moment waarop Suriname streeft naar economische diversificatie en groei, en de oliesector kan een belangrijke rol spelen in het realiseren van deze doelstellingen. De gedetailleerde technische studies die eind 2023 zullen beginnen, gevolgd door een definitieve investeringsbeslissing eind 2024, tonen aan dat TotalEnergies een grondige aanpak hanteert bij het evalueren van dit project.

Het uitstel in de tijdlijn, zoals aangegeven door de president, kan echter vragen oproepen over de transparantie van het besluitvormingsproces en de communicatie met het publiek en De Nationale Assemblee. Het is van cruciaal belang dat alle belanghebbenden volledig op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen in de oliesector om het vertrouwen in de regering en de industrie te behouden. De rapportageplicht naar De Nationale Assemblee toe is zelfs in de grondwet vastgelegd en geldt voor het lichaam als geheel, niet voor vertrouwelingen binnen coalitiefracties.

Desondanks biedt de aankondiging van TotalEnergies een bron van hoop en optimisme voor Suriname, en het is een bemoedigend signaal voor investeerders die geïnteresseerd zijn in de potentie van het land als energieproducent en economische groeipool. Met een zorgvuldige planning en uitvoering kan deze investering een katalysator worden voor duurzame ontwikkeling en welvaart voor Suriname en zijn burgers.

De bevestiging dat de reservoirs Sapakara South en Krabdagu zich bevinden in waterdieptes tussen 100 en 1.000 meter, en het plan van TotalEnergies om een drijvend productie-, opslag- en losschip (FPSO) te gebruiken met een capaciteit van 200.000 vaten per dag (bpd), markeert een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van de offshore-oliemarkt van Suriname.

Het feit dat TotalEnergies en APA Corporation beide een belang van 50 procent hebben in het project, benadrukt de samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid bij de exploitatie van deze bronnen. Deze aanpak biedt stabiliteit en expertise van beide partijen, wat gunstig is voor het succes van het project.

De ontwikkelingsstudies die zijn gestart, getuigen van de toewijding van TotalEnergies aan het project en de voorbereidingen om de olievoorraden van Suriname optimaal te benutten. Door gebruik te maken van hun expertise op het gebied van diepwaterprojecten en hun focus op het ontwikkelen van bronnen met lage emissies, toont TotalEnergies haar betrokkenheid bij duurzame en verantwoorde ontwikkeling van de olie-industrie.

Deze aankondiging is niet alleen een belangrijke stap voor de Surinaamse economie, maar ook een bevestiging van het vertrouwen van TotalEnergies in de potentie van de offshore oliemarkt van Suriname. Desondanks zal na al deze ophef er pas iets te merken zijn tijdens het bewind van de volgende regering. Hopelijk zullen zij zorgdragen door middel van zorgvuldige planning en uitvoering dat de inkomsten uit olie een aanzienlijke bijdrage leveren aan de economische groei en ontwikkeling van Suriname, terwijl tegelijkertijd wordt voldaan aan de hoogste normen van milieubescherming en duurzaamheid.