Door de slechte invloed van El Niño, ervaart Suriname de ergste droogte in de afgelopen 25 jaar. Al ruim zeven maanden valt er bijna geen regen, wat leidt tot wijdverbreide schade aan landbouwgewassen en sterk verminderde oogsten. De aanhoudende droogte heeft de lokale landbouw in de noordelijke districten Wanica en Saramacca verwoest, waardoor de oogstopbrengsten met meer dan 25 procent zijn gedaald. “Sommige fruitbomen zijn daardoor erg klein gebleven, terwijl ze eigenlijk veel groter zouden moeten zijn”, aldus een landbouwer in Saramacca.
“Soms is het fruit al halfgaar van binnen door de zon. En soms, als we sinaasappels plukken, zit er nauwelijks of geen sap in”, aldus een plantagemedewerker.
Ons land kampt ook met een tekort aan watervoorzieningen, een goede irrigatie-infrastructuur en technologie. De Meteorologische Dienst heeft inmiddels voor april een nieuw regenseizoen voorspeld. Naar verwachting zal dit de droogte deels opheffen en de zorgen over de verminderde oogstopbrengsten terugdringen.
Weken achtereen heb ik in de brandende zon met waterslangen en buizen lopen sjouwen, om de planten te voorzien van met grondwater dat omhoog gepompt werd, zegt een groenteboer. Het was noodzakelijk om de aanplant van het vorige jaar veilig te stellen, maar ook ter voorkoming van negatieve effecten op de oogst van dit jaar. Het betreft een extreem droog jaar en eind vorig jaar waren er al tekenen van een vergelijkbare situatie.
In deze droogte is er veel vraag naar water voor bevloeiing van akkers en hun gewassen, maar ook voor de huishoudens. De situatie is thans zeer kritiek en in de regio kwam er in deze regentijd op veel plaatsen dagelijks geen drinkwater uit de kraan. Volgens de Meteorologische Dienst heeft regentekort twee kanten: de neerslag en de verdamping. Verdamping heeft alles te maken met temperatuur, wind en luchtvochtigheid. We spreken van een neerslagtekort, wanneer er in een gebied meer verdampt dan er regen valt. Gaan we daarom steeds vaker neerslagtekorten meemaken? Waarschijnlijk wel, zegt de Meteorologische Dienst. Alleen al door de geleidelijke stijging van de temperatuur zal het gemiddeld droger worden. Droogte is de stressfactor, die vooral de productie het meest bedreigt. Moeten de boeren in de landbouwproductiesector (groenten, rijst, fruit) hun prijzen dan niet verlagen, omdat de koopkracht van klanten toch minder is geworden dan voorheen? Koopkracht geeft aan wat huishoudens met hun inkomen kunnen aanschaffen. Beleidsmakers zijn vooral geïnteresseerd in de verbetering van de koopkracht. Het CPB raamt daarom de koopkrachtverandering: hoeveel kunnen huishoudens het volgende jaar meer of minder kopen dan dit jaar? Behalve de fysieke registratie, zou landelijk de online registratie ook in 2023 opstartten. En ze geldt voor alle districten. Huishoudens met een gezinsinkomen van netto SRD 6.000,- of minder, komen daarvoor in aanmerking voor een koopkrachtversterking van SRD 1800,- per maand. Volgens het Planbureau stijgt het inkomen nu sneller dan de inflatie, en dus stijgt ook de koopkracht. Het gaat om het netto-inkomen, dus na de afdracht van belastingen en sociale premies, maar inclusief diverse toeslagen voor huur, zorg en kinderen.
