Bij het formuleren van de ontwikkelingsvisie met de staatkundige onafhankelijkheid op komst, is in de jaren ‘70 door wetgevers en beleidsmakers, de basis gelegd voor een systeem van volksgezondheid met verrassende duurzaamheid in gedachten. COVAB, MWI en het AZP als gebouwencampus, onderwijs- en praktijkincubator, behandelcentrum en spoedeisende hulp verlenende infrastructuur, hebben decennialang de ruggengraat gevormd van een gezondheidsstelsel dat jaarlijks duizenden patiënten alle drie niveaus van zorg verleent.
Onlangs kwam de zeer ernstige en slechte situatie in het AZP aan de orde. Toonaangevende specialisten spuwden hun gal over slechte medische kwaliteit, door toedoen van omstandigheden waaronder gewerkt moet worden. De specialisten van het AZP, in dezen het hoofd van de ICU, een anesthesioloog, de thoraxchirurg en n eurochirurg, hebben onlangs tegenover de Vliegende Reporter een toelichting gegeven over de slechte situatie in het AZP, waarbij zij de kwaliteit niet kunnen garanderen.
Naar schatting zijn tijdelijk beschikbare middelen in gevaar, zoals missies van internationale specialisten. Het niveau van verantwoord verleenbare zorg is gedaald naar acute ingrepen, vanwege een gebrek aan capaciteit. De Intensive Care Unit, die voor een zorgbehoefte van de omvang van Suriname, maar zelfs voor de omvang van het patiëntenbestand van AZP, met maar vijftien bedden, structureel onvoldoende is, wordt geconfronteerd met de inzetbaarheid van maar tien werkelijke lig- en verpleegplaatsen voor wat betreft het aantal operationele bedden. Gespecialiseerd personeel, op het niveau van specialisten, specialisten in opleiding, basisartsen ter ondersteuning van afdelingswerk, verpleegkundigen met een afdelingsspecialisatie en overig ondersteunend personeel, zijn structureel onvoldoende aanwezig en organisatorisch beschikbaar, ondanks het meermaals luiden van de noodklok. Er is een gebrek aan de vereiste medicamenten en medische verbruiksartikelen, evenals apparatuur en de benodigdheden daarvan. De zorg die verleend wordt, heeft een reactief en traumakarakter, welke steunt op de inzet en de inventiviteit van de aanwezigen, maar reikt voorbij van wat nog langer verantwoord is om aan het breed en groeiend Surinaams publiek aan te bieden als zorgverlening voorbij het niveau van pogingen tot overleving.
Een van de structurele factoren is brain drain, waarvan het mes aan twee kanten snijdt. De gevolgen van het massale vertrek van zorgverleners, op ieder niveau van volksgezondheid en de organisatorische ondersteuning daarvan, vergroot het netwerk en de mogelijkheden tot vertrek, voor de achterblijvers. Daarnaast plaatst het een onevenredige druk op de achterblijvers, die het werk van vertrekkend personeel, onder verzwaarde omstandigheden, zonder rekrutering en instroom, met een duidelijk voorbeeld van een alternatief carrièrepad, moeten voortzetten. Zij zien geen enkele beloning of prikkel tegemoet van het systeem dat in ruil voor hun onmisbare en onder deze omstandigheden onmenselijk grote bijdrage, zou behoren te waarderen en garanderen. Het aantrekkelijk houden van Suriname als structurele woon- en werkomgeving voor zorgverleners is echter een kwestie van de juiste incentives. Door belastingkortingen, gegarandeerde gronduitgiften, vereenvoudigde toegang tot studiebeurzen voor familieleden, vervoer en diverse toelagen, kan de leefomgeving meer dan concurreren met de aanbiedingen uit het Carribisch gebied en Nederland. Kortom, behandel zorgpersoneel formeel en gereguleerd, zoals de coalitiepolitici informeel van privileges genieten en je bent al een behoorlijk eind op weg naar het garanderen van leefbare zorg.
Het spoedoverleg van minister Ramadhin van Volksgezondheid met regeringsleden, zou ertoe hebben geleid dat een bedrag van USD 700.000 werd vrijgemaakt om voor twee tot drie maanden de meest acute zorg te garanderen.
Ziekenhuisdirecties hebben aangegeven dat ligdagtarieven meer dan verdubbeld zouden moeten worden om tot een niveau van break-even te kunnen komen in de lopende operationele kosten. Dit zou de schuldenproblematiek van tientallen miljoenen dollars van zowel de overheid aan de ziekenhuizen, als van de ziekenhuizen aan leveranciers niet oplossen. Echter kan er budgettair geherstructureerd worden voor de lopende verplichtingen, in plaats van het vergroten van een gapend gat dat op voorhand verdere verliezen voorspelt.
Deskundigen hebben te kennen gegeven dat een stelsel dat financieel de meeste medische specialisten een omzet garandeert, waarvan geen vaste percentages aan de ziekenhuizen die hun accommodatie bieden, wordt afgedragen, structureel een inkomstenbron mist die juist aan de kostenzijde voor de betalers van het zorgstelsel, in de driehoek patiënt, overheid en verzekeraar, het grootst is.
Ook de trage regulering en overheidspositionering in medicamenteninvoer en ongezonde relaties met importeurs, voor zowel apparatuur als medicijnen en verbruiksartikelen, laten onvoldoende mededinging en onvoldoende rechtstreekse procurement door ziekenhuizen toe, om besparingen te realiseren. Onder de gegeven omstandigheden is het door de regering ‘vrijgemaakte’ bedrag een doekje voor het bloeden.