Op 18 maart 2024 is de strafzaak in hoger beroep tegen de verdachte R. van Trikt behandeld door het Hof. De zaak stond voor beslissing van het Hof omtrent het verzoek tot teruggave van het paspoort van de verdachte en dupliek van zijn advocaten.
De advocaten van de verdachte hebben een verzoek tot uitstel gedaan voor het houden van de dupliek. Het Hof heeft dit verzoek gehonoreerd. Het Hof heeft het verzoek tot teruggave van het paspoort afgewezen. Daarbij overwoog het Hof onder andere dat het inhouden van het paspoort één van de voorwaarden voor de voorlopige invrijheidstelling was. Het Hof ziet geen aanleiding om die voorwaarde te herzien, aangezien het einde van de behandeling van de strafzaak in zicht is. Het verzoek van het Openbaar ministerie (OM) om nadere voorwaarden te verbinden aan de voorwaardelijke invrijheidstelling van Van Trikt zodat hij niet in de publiciteit treedt, werd door het Hof afgewezen. Het Hof deed wel een beroep op Van Trikt om deze zaak zo min mogelijk te bespreken in de media, aangezien zaken nog onder de hamer van het gerecht zijn. De volgende zitting is op 20 mei 2024 om 10.30 uur. De zaak staat dan voor dupliek van de verdediging. Daarbij zal de verdediging reageren op hetgeen de vervolging bij haar tweede beurt naar voren heeft gebracht.
Van Trikt
Tijdens dit strafproces dat betrekking heeft op de Centrale Bank van Suriname, waar de oud-governor wordt vervolgd, heeft hij in fe-bruari dit jaar gereageerd op een brief die gewezen president-commissaris van de CBvS, Vijay Kirpalani tijdens het proces aan het Hof van Justitie schreef. In zijn schrijven uitte hij zijn ongenoegen over beschuldigingen van laster die door Van Trikt in het openbaar zijn gedaan. De raadsman van Van Trikt beschouwt de brief aan het Hof van Justitie als een indicatie van de economische macht die Kirpalani in de samenleving heeft. In de brief eist Kirpalani maatregelen tegen Van Trikt, met wie hij bij de CBvS heeft samengewerkt, en dringt erop aan dat de verdachte het zwijgen wordt opgelegd. Een vergelijkbare brief is eerder door het Openbaar Ministerie aan het Hof van Justitie gestuurd. Daarin werd verzocht om de voorwaardelijke vrijlating van de verdachte te heroverwegen en hem te verbieden contact te hebben met de media en journalisten gedurende de lopende zaak.
Volgens Van Trikt en zijn advocaten is de hele rechtszaak gebaseerd op een brief van Kirpalani uit 2019, waarin hij mogelijke corruptieve handelingen bij de CBvS meldde. Ze beweren dat Kirpalani niet alleen onbevoegd was om deze zaak tot een strafzaak te laten leiden, maar zelf ook veel te verantwoorden heeft. Het feit dat Kirpalani slechts als getuige wordt behandeld en niet als verdachte, verrast alle betrokkenen.
Van Trikt uitte zijn verbazing over de verdraaiing van feiten door het Openbaar Ministerie in reactie op de brief van Kirpalani, waarin hij zich gekwetst voelde door de beschuldigingen, vooral omdat recentelijk de president van De Nederlandsche Bank, Klaas Knot, sprak over de rol van de bank in het ondersteunen van economische stabiliteit.