In redactionele commentaren en Keerpunt, hebben we het ettelijke malen over het vreemdelingenbeleid van onze regering gehad. We weten dat het vreemdelingenbeleid valt onder het departement van Justitie en Politie, en dat dit beleid natuurlijk ook raakvlakken heeft met ons buitenlandbeleid. Wat na al die jaren voor ons wel duidelijk is geworden, is dat dit beleid niet waterdicht is en er ook zeer onvoldoende wordt gedaan om het sluitend te maken. Sinds de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, hebben veel vreemdelingen zich in ons land gevestigd, waarbij een heel groot deel geen legale status heeft. Het verontrustende is, is dat er steeds meer lieden uit den vreemde hier neerstrijken en na drie maanden niet meer vertrekken en onderduiken. Suriname ontbeert daarbij de mogelijkheid en capaciteit deze illegalen op te sporen en wederom uit te zetten. Door dit onvermogen vertoeven er al jaren tienduizenden Brazilianen in ons land.
In de afgelopen vijftien jaar zijn daar duizenden Chinezen bij gekomen, die lang niet allemaal geregistreerd zijn bij de vreemdelingenpolitie. De laatste jaren is de stroom van Cubanen ook toegenomen, waarvan een deel als passanten kan worden aangemerkt. Mensen die als eindbestemming Brazilië en de VS zien en hier tijdelijk werken om met de verkregen middelen verder te kunnen reizen. Bij deze transitopersonen zijn vaak mensenhandelaren en smokkelaars betrokken. Via verschillende sluipwegen weten deze mensen Brazilië en de VS te bereiken. Suriname is dus door onze slappe en incompetente houding al enige tijd geregistreerd als land dat betrokken is bij de ,mensenhandel en mensensmokkel, waar bepaalde ondernemers alhier betrokken zijn. De regering mag niet doen alsof ze niet weet wie deze gasten zijn. Lieden die zich vooral hebben geconcentreerd op de mensenhandel en smokkel van Haïtianen naar Frans-Guyana en andere delen van het Caribisch gebied. Waar niet of nauwelijks over wordt gesproken, zijn de bedragen die worden neergeteld om bepaalde vreemdelingen aan verblijfsvergunningen en werkvergunningen te helpen. Daar kan behoorlijk wat vaart achter gezet worden binnen het ambtelijke, als er dollar en euro’s op tafel worden gelegd. Een generaal-pardonregeling onder de tweede regering Bouterse, bracht geen ordening en een juiste registratie van alle vreemdelingen in ons land tot stand. Wel kwam er wat meer geld voor de NDP-regering in vreemde valuta in kas. Deze generaal-pardonregeling was gewoon een doodgeboren kind, omdat de meeste personen die ondergedoken waren in het binnenland niet kwamen opdagen voor de registratie. Velen hadden de honderden dollars ook niet om de registratie en het verblijf officieel te maken. En zo zijn we na decennia er nog steeds niet in geslaagd ons vreemdelingenbeleid te optimaliseren en of een professioneel karakter te geven. We zien de laatste tijd ook veel meer migranten uit Cuba in ons land, waarvan een groot deel niet meer wenst terug te keren naar het zwaar in crisis verkerende Caribische eiland. Zijn we wel in staat om deze vele honderden en misschien wel duizenden nieuwe gasten te accommoderen? Wie heeft politiek asiel aangevraagd en wie niet? Weten we eigenlijk wat voor ander gespuis het land legaal of illegaal is binnengekomen? Er zijn aanwijzingen dat er zich momenteel ook levensgevaarlijke lieden uit andere Latijns-Amerikaanse landen in ons midden bevinden, die nauw betrokken zijn bij de grensoverschrijdende misdaad en ook overeenkomstige handelingen plegen. Hoe lang blijven we nog amateuristisch aanmodderen en onze ogen sluiten voor al deze gevaren die regelrecht op ons afkomen, en wel wegens onze betrokkenheid bij internationale handel in verdovende middelen. Voor wat ons migratiebeleid betreft, durft Keerpunt gerust te stellen, dat het van geen kant deugt en dat we ons steeds meer bloot stellen aan groot gevaar.
Als in Nederland zelfs hoogwaardigheidsbekleders zich niet meer veilig voelen en bedreigd door lieden uit de zware misdaad, wie zijn wij dan nog? Herhaaldelijke keren hebben wij erop gewezen dat wij totaal geen bevolkingspolitiek hebben, terwijl wij worden overspoeld door talloze figuren uit alle delen van de wereld, waarvan we weinig of geen informatie hebben betreffende hun achtergrond of verleden. Moet het zover komen dat er hier tal van buitenlandse maffiastructuren ontstaan, waar zelfs onze gezagsdragers slapeloze nachten van krijgen? Het meest stuitende van dit beleid is, is dat de overheid geheel dichtklapt als wij als journalisten hier vragen over wensen te stellen. Geen enkele minister en of hoge ambtenaar belast met het vreemdelingenbeleid en het –vraagstuk, is bereid informatie te verstrekken. De vraag die gelijk rijst, is: Vertoont men dit gedrag, omdat men geen antwoorden kan geven op het falende beleid? Of is men bang dat men op de tenen gaat staan van lieden die binnen dit beleid stervensrijk worden door te rotzooien met verblijfsvergunningen en bespoedigingen tegen betaling? Wanneer gaat Suriname werken aan een goed werkende bevolkingspolitiek, al was het maar om zijn naam te zuiveren. We staan al bekend als narcostaat en witwasparadijs, moeten we nu ook gebrandmerkt worden als natie die zich bezighoudt met mensenhandel en mensensmokkel en dat alles hier gerealiseerd kan worden, zolang je maar dollars en euro’s aan tyuku wenst te betalen? Zolang we niet bereid te zijn maatregelen te treffen tegen al deze vormen van corruptie en misdaad, zal men ons extern nimmer serieus nemen. Hoe wil men dan investeerders aantrekken zolang er alleen maar vervelende noteringen over dit land worden geplaatst? Wij blijven wel hopen dat deze overheid wat meer openheid zal gaan betrachten wanneer het gaat over haar vreemdelingenbeleid en zijn ordening. Ook blijft onze hoop gevestigd op een regering die bereid zal zijn een goede bevolkingspolitiek van de grond te krijgen.