Suriname wil als eerste land koolstofkredieten verkopen

Suriname is van plan het eerste land te worden dat koolstofkredieten verkoopt volgens een systeem dat is opgezet door de VN-overeenkomst van Parijs uit 2015, om de klimaatverandering te helpen beteugelen, vertelde een adviseur bij de verkoop aan Reuters.

De toekomstige verkoop is een poging om investeerders aan te trekken met door de overheid gesteunde koolstofkredieten die de VN-richtlijnen volgen, omdat bedrijven huiverig worden om te kopen van particuliere initiatieven op de vrijwillige koolstofmarkt, nadat uit onderzoek is gebleken dat verschillende projecten de beloofde klimaatbijdragen niet hebben opgeleverd.

“Dit is het eerste signaal dat het Akkoord van Parijs daadwerkelijk werkt”, vertelde Kevin Conrad, uitvoerend directeur van de Coalition of Rainforest Nations, in een interview aan Reuters.

Suriname is lid van de coalitie en Conrad adviseert bij de verkoop.

De verkoop leidt tot verdeeldheid onder deskundigen op de koolstofmarkt. Sommigen zeggen dat het verkopen van kredieten uit landen als Suriname de benodigde financiering voor ontwikkelingslanden zou kunnen opleveren. Anderen hebben hun bezorgdheid geuit over het feit dat de kredieten wellicht geen legitieme acties zijn om de opwarming van de aarde te beperken.

De boskredieten van Suriname worden gegenereerd op basis van een basislijn die het land bij de Verenigde Naties registreert en die aangeeft hoeveel koolstofvoorraden het bos bevat. Als het land zijn bos beschermt zodat de koolstofvoorraad stijgt, kan het die winst verkopen in de vorm van koolstofkredieten.

Suriname is een van de weinige koolstof-negatieve landen, met zijn uitgestrekte oerwoud dat meer broeikasgassen absorbeert dan het ontwikkelingsland uitstoot.

In het Akkoord van Parijs staat dat landen emissiereducties kunnen verkopen in de vorm van kredieten die bekend staan als ‘internationaal overdraagbare mitigatieresultaten’ (ITMO’s), aan andere landen of bedrijven om te gebruiken voor hun eigen doelstellingen.

‘’Suriname zou binnen enkele weken ITMO-kredieten kunnen verstrekken, ondersteund door emissiereducties in zijn bossen’’, zei Conrad, die ook fungeert als klimaatgezant van Papoea-Nieuw-Guinea.

Ongeveer dertig bedrijven waren al aan het onderzoeken of ze de credits zouden kopen, schat Conrad. Hij zei niet hoeveel credits er zouden worden uitgegeven of wat de prijs zou zijn. Conrad zei dat de eerste kredieten zouden worden ondersteund door de emissiereducties van Suriname in 2021, geregistreerd bij een VN-programma genaamd REDD+, gericht op het onderdrukken van ontbossing en het vergroten van de koolstofopslag in bossen.

Suriname rapporteerde in november 2022 zijn voortgang op het gebied van REDD+ en het behalen van de klimaatdoelstellingen aan de VN, waarbij werd verklaard dat de gerapporteerde emissiebesparingen de verkoop van koolstofkredieten zouden ondersteunen.

President Chandrikapersad Santokhi zei dat de goedkeuring van koolstofkredieten een integraal onderdeel was van de implementatie van het economische en milieubeleid van zijn land. “Het zal het begin markeren van de langverwachte toegang tot klimaatfinanciering”, zei hij.

Volgens de website van de VN REDD+ heeft Suriname in het kader van het programma een reductie geregistreerd van 4,8 miljoen ton kooldioxide-equivalent voor 2021. Dat zou het land in staat stellen om tot 4,8 miljoen credits te verkopen, aangezien elke ton gelijk staat aan één credit.

Als ‘s werelds eerste ITMO’s is er weinig precedent om hun waarde te bepalen. De LEAF Coalition, een privaat-publiek partnerschap van rijke landen als de Verenigde Staten en bedrijven als Amazon, heeft beloofd vrijwillig koolstofmarktkredieten te kopen om bosbescherming te financieren voor ten minste USD 10 per krediet.

ITMO’s kunnen worden toegepast op de officiële doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs van een land, hoewel de regels het voor bedrijven ook mogelijk maken om de credits te kopen die ze op hun eigen doelstellingen kunnen toepassen.

Gilles Dufrasne, hoofdbeleidsanalist bij de non-profitorganisatie Carbon Market Watch, zei dat een bedrijf wellicht ITMO’s wil kopen, omdat dit hun associatie met de VN extra legitimiteit zou kunnen verlenen.

Maar Dufrasne waarschuwde dat de REDD+ emissiereducties die de kredieten ondersteunen, niet onderworpen waren aan robuuste verificatienormen om een bijdrage te bewijzen aan het terugdringen van de klimaatverandering.

De Verenigde Naties benoemen onafhankelijke deskundigen om de emissiereducties van elk land te beoordelen. Deze deskundigen kunnen herzieningen voorstellen, maar hebben niet de macht om nationale inzendingen af te wijzen. “Het herzieningsproces op VN-niveau is net als veel andere VN-processen: het heeft feitelijk geen tanden”, zei Dufrasne. “Uiteindelijk is het de verkoper die bepaalt hoeveel hij kan verkopen.”

Vrijwillige registers op de koolstofmarkt geven recensenten volgens Dufrasne daarentegen de macht, om kredieten van slechte kwaliteit af te wijzen. Dat is belangrijk geworden na eerdere tekortkomingen van de markt, waarbij kredieten werden goedgekeurd voor projecten waarvan later bleek dat ze misleidende informatie hadden ingediend. Voor vrijwillige markten stellen de verschillende registers hun eigen normen vast.

Het VN-beoordelingssysteem werd overeengekomen in mondiale klimaatonderhandelingen nadat veel landen weigerden een systeem te steunen waarin hun inzendingen konden worden afgewezen, zei Gustavo Silva-Chavez, een REDD+-expert. ‘’Uiteindelijk zou het aan de koper zijn om de kredieten van Suriname te beoordelen en indien nodig, meer informatie bij de overheid op te vragen’’, zei hij.

“Het is misschien geen perfect systeem, maar het is beter dan niets, en het is beter dan de vrijwillige koolstofmarkt”, zei Silva-Chavez. “Tegen de tijd dat het perfect wordt, zal het over twintig jaar zijn en zijn de bossen verdwenen.”

Conrad zei dat van Suriname wordt verwacht, dat het binnen enkele weken een eerste rapport zal indienen bij de VN, waarin de ITMO’s worden gemachtigd om aan verschillende criteria te voldoen, waaronder hoe de verkoopopbrengsten zullen worden besteed.

Bijna 200 landen hebben in 2015 de Overeenkomst van Parijs aangenomen, waarin beginselen voor de handel in koolstof zijn vastgelegd. Landen hebben in december 2021 overeenstemming bereikt over een handboek voor de koolstofhandel.

Dufrasne zei dat hoewel klimaatonderhandelaars nog steeds technische details moeten oplossen, zoals hoe landen transacties rapporteren, er voldoende regels zijn opgesteld om kredietverkopen mogelijk te maken.

Een diplomaat en ervaren onderhandelaar op de koolstofmarkten van de VN, die op voorwaarde van anonimiteit sprak, vertelde Reuters dat, hoewel het systeem nog niet volledig was opgezet, een ITMO-verkoop door kon gaan en later zou kunnen worden geregistreerd wanneer het systeem klaar is.

Vóór Suriname had Gabon het voornemen aangekondigd om in 2022 ITMO’s uit te geven, een voorstel waar Conrad ook over adviseerde. Maar sommige milieuactivisten bekritiseerden de plannen en beschuldigden Gabon ervan kredietinkomsten te zoeken zonder de uitstoot te verminderen of het vermogen van zijn bossen om koolstof vast te leggen te vergroten. Gabon heeft zijn plan opgeschort in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van augustus, maar een militaire staatsgreep in het land heeft de toekomst van die plannen onduidelijk gemaakt. Conrad zei dat hij ook met Honduras en Belize werkte aan de ITMO-verkoop die in 2024 zou plaatsvinden.

More
articles