Suriname heeft ruim twaalf jaar lang de subsidietarieven voor kookgas niet gewijzigd, totdat in het IMF-programma werd aanbevolen, dat Suriname verschillende subsidies moet afbouwen, waaronder kookgas dat wordt gesubsidieerd door de N.V. Energie Bedrijven Suriname (EBS). Onlangs is in regeringsverband besloten dat de subsidie op kookgas gefaseerd zal worden afgebouwd. De EBS heeft deze week bekendgemaakt, dat de nieuwe gasprijzen per vrijdag 1 september ingaan.
Vorige week meldden bewoners van verschillende wijken in Paramaribo en Wanica, dat zij enkele dagen te maken hadden met een lage waterdruk. Bij sommige bewoners kwam er helemaal geen water uit de kraan. De Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM), liet vervolgens in een persconferentie weten, dat dit te maken had met achterstallig groot onderhoud, stroomonderbrekingen, vertraging in investeringen voor uitbreiding en een toenemende vraag naar water. Om deze problemen strategisch aan te pakken, zou er een investering nodig zijn van bijkans USD 7 miljoen in de SWM.
Betaalbaar
“Bij elke calamiteit is er geld nodig, maar wat je ziet is dat slecht onderhoud onderdeel is van slecht bestuur en dat is ook vaker aangegeven door de leiding van de verschillende staatsbedrijven. Bedrijven zoals de SWM en EBS komen vaak in zwaar weer terecht, omdat zij geen reserves hebben om achterstallig onderhoud zelf kunnen plegen. Dit heeft heel veel te maken met tarifering, omdat de tarieven die betaald worden, gebaseerd zijn op het draagvermogen van de gemeenschap, want er wordt geen rekening gehouden met tarieven die nodig zijn om het bedrijf in goede staat te houden en daarbij moet het ook betaalbaar blijven”, aldus de minister van Financiën, Stanley Raghoebarsing. In de samenleving heerst veel onvrede over de verhoging van kookgas en water. De minister stelt voorop, dat er steeds heel zorgvuldig gekeken wordt wanneer deze zaken verhoogd moeten worden. ‘’De vraag is wanneer de verhoging moet gebeuren, uitgangspunt is dat het redelijk en betaalbaar moet zijn voor eenieder’’, aldus de minister.
“Daarbij hebben we de traditie om de tarieven te differentiëren, zodat huishoudens die minder verbruiken waarbij de indicatie is dat het gaat om de armere huishoudens dat zij een lager tarief betalen voor stroom en water. Voor mindere verbruikers wordt er een lager tarief in rekening gebracht, maar terecht zegt de gemeenschap, dat zij niet wil opdraaien voor de inefficiënties en overmatige luxes die een andere ten goede komen.” Er is volgens Raghoerbarsing zeker verbetering nodig in de techniek van de bedrijven, vervangen/onderhoudt van buizen en systemen, maar het belangrijkste is in deze overheidsorganisatie om modern bestuur te plaatsen binnen de bedrijven. “Met deze opmerking wil ik de hardwerkende mensen binnen de staatsbedrijven niet te kort doen, want zij werken keihard voor hele lage lonen. We zijn de medewerkers van de staatsbedrijven enorm dankbaar, maar er moet echt iets gebeuren binnen het bestuur en de leiding”, aldus Raghoebarsing.
-door Gladys Findlay-