Ons land dient maatregelen te treffen om de ernstige gevolgen van blacklisting te voorkomen, daarom is het ministerie van Financiën en Planning voornemens ruim een half miljoen USD beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de tweede Nationale Risico Analyse (NRA), die nodig is om het dreigingsbeeld van money laundering en terrorismefinanciering (AML/CFT) in kaart te brengen. Wij vragen ons af of het echt nodig is een tweede NRA te doen, aangezien de opmerkingen uit de eerste versie, overeenkomen met de aanbevelingen die de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF) onlangs heeft gedaan aan Suriname. Ons land heeft tot november 2023 om te voldoen aan de 40 aanbevelingen van de CFATF. Uit het Mutual Evaluation Report (MER) van de CFATF, blijkt dat tot nu toe Suriname slechts aan 1 van de 40 aanbevelingen heeft kunnen voldoen. Negen van de aanbevelingen zijn redelijk in orde, terwijl de overige 30 gedeeltelijk of helemaal niet in orde zijn. Suriname moet nog hard aan de weg timmeren als het op schema wil zijn betreffende het beleid tegen witwassen en terrorismefinanciering en proliferatie (spreiding van massavernietigingswapens) (AML/CFT). Er zijn bijvoorbeeld tekortkomingen geconstateerd in het huidige AML/CFT-wetgevingskader. Ook heeft de CFATF opgemerkt, dat Suriname niet heeft aangetoond dat het de bestaande samenwerking tussen bevoegde autoriteiten en de uitwisseling van financiële inlichtingen en andere relevante informatie vergemakkelijkt. De CFATF vindt het opmerkelijk dat er geen directe communicatie tussen de FIUS en het Korps Politie Suriname is.
Het eerste NRA-rapport werd op 1 maart 2021 overhandigd aan de governor van de Centrale Bank, Maurice Roemer. Uit de statistieken van dit rapport is gebleken dat de drugshandel, roofovervallen en fraude, de delicten zijn die een hoge dreiging vormen voor Suriname in het kader van het tegengaan van money laundering en terrorismefinanciering, maar dat de drugshandel de hoogste dreiging vormt. De publieke versie van het rapport is sinds maart 2021 beschikbaar, desondanks duurde het langer dan een half jaar voordat de bevolking en de media inzage kregen in dit belangrijke rapport. Keerpunt kreeg na enkele maanden delen uit het rapport onder ogen en naar onze mening had de analyse niet te maken met de huidige regering, maar alles met de vorige regeerders. Het NRA-rapport strekt zich uit over de periode 2015 – medio 2020. De vraag die wij toen ook al stelden, is waarom het zo lang duurde voordat het rapport gedeeld werd. Die vraag bleef onbeantwoord, maar het was wel duidelijk dat de aanbevelingen in het rapport nodig waren om als land volgens AML/CFT-richtlijnen, zaken aan te pakken. Aan de eerste NRA hebben zowel de private als de publieke sector meegewerkt. Onder de publieke sector vallen overheidsinstanties, waar corruptie onder ambtenaren (politieke prominente personen) ruimte schept voor de georganiseerde misdaad, en gunstige omstandigheden creëert om invloed uit te oefenen op beleidsmakers c.q. het beleid van het land, of in ieder geval op een sector van het land. Binnen de private sector zijn er subsectoren benaderd, waaronder de banken, pensioenfondsen, cambio’s, goudhandelaren, autohandelaren, casino’s, notarissen, advocaten, accountants en makelaars. In deze sectoren werd data verzameld inzake diensten, witwasgerelateerde statistieken en het aantal cliënten met een hoog risicoprofiel.
Keerpunt weet inmiddels dat een reeks van de aanbevelingen die zijn aangehaald voor Suriname door het CFATF, terug te vinden is in het reeds gepubliceerde NRA-rapport. Wij vragen ons af, waarom de aanbevelingen uit dat rapport niet gewoon zijn uitgevoerd. Keerpunt is van mening, dat indien er ten minste een deel van de aanbevelingen uit het NRA-rapport was meegenomen, we als land stappen hadden kunnen ondernemen om de implementatie van dit proces te vergemakkelijken. Als dat was gebeurd, dan moesten wij misschien nog aan 20 aanbevelingen voldoen in plaats van 40. Helaas zijn de aanbevelingen uit het NRA-rapport niet serieus doorgevoerd en dan is het normaal dat wij nu onder druk komen te staan. De vraag is: wat zal de toegevoegde waarde zijn van een tweede NRA? Wat zal er nu naar voren komen, dat niet al is vastgelegd?
Wij vinden het jammer en zonde dat er reeds zoveel werk is verzet om alle sectoren te controleren. Dit kost allemaal weer tijd, energie en geld en de uitkomst zal naar onze mening in grote lijnen hetzelfde zijn. De beestjes zijn inmiddels allemaal al bij hun naam genoemd, de verpakking zal alleen degelijk een verschil uitmaken.