De APNU/AFC, een bundeling van oppositionele partijen, heeft de algemene, vrije en geheime verkiezingen gewonnen in buurland Guyana. Blijkens de voorlopige resultaten die vanmiddag zijn gepresenteerd door Gecom, de Guyanese verkiezingsautoriteit, heeft de oppositie 206. 817 binnengehaald. Dat zijn 5360 stemmen meer dan de 201.457 stemmen van de PPP/C van president Donald Ramotar.
Deze uitslag houdt in dat oppositieleider David Granger zich door zijn partij mag laten voordragen als de nieuwe president van het land. Zijn verkiezingspartner Moses Nagamootoo, is de gedoodverfde premier. De 69-jarige Granger heeft er alles voor over om zijn verkiezingsbelofte waar te maken. Hij wil de eenheid terugbrengen in het sterk verdeelde land en de raciale kloof dichten die de maatschappij scheurt, iets wat opnieuw duidelijk was te zien tijdens de verkiezingscampagne. Om een overwicht in het parlement en het presidentschap veilig te kunnen stellen, heeft Granger de traditionele etnische politiekvoering in het land doorbroken en zes oppositiepartijen verenigd. Zo vond hij ingang in verschillende etnische groepen, sociale klassen en delen van het land. De aankomende president heeft beloofd dat zijn kabinet een honderd dagenplan zal opstellen, waarin herziening van het belastingsysteem, verhoging van salarissen en corruptiebestrijding bij de overheid prominent worden genoemd.
De winst voor APNU/AFC markeert een complete omwenteling in het machtscentrum van Guyana. Hiermee is namelijk een eind gekomen aan 23 jaar onafgebroken regeren door de People’s Progressive Party / Civic, die onder leiding van wijlen dr. Cheddi Jagan in 1992 het roer overnam. De afgang begon al vier jaren terug toen president Bharrat Jagdeo zijn partijgenoot Ramotar steunde om hem op te volgen. Ramotar werd wel president, maar moest het doen met een minderheid in het parlement. Dat werd hem vorig jaar fataal, en noopte hem tot uitschrijven van vervroegde verkiezingen.
De bekendmaking van de stembusresultaten heeft de spanning gebroken die er sinds maandagavond in het land heerst. Het onderlinge wantrouwen tussen oppositie en coalitie heeft maandagavond na een relatief vreedzame stemming die dag, geleid tot botsingen in de avond. Oppositieaanhangers gingen af op geruchten dat de coalitie maatregelen trof om de stembusresultaten naar haar hand te zetten. Ze stichten woning- en autobranden in Sophia, een buitenwijk van de hoofdstad Georgetown. De veiligheidsdiensten wisten het geweld te stoppen, maar de spanning bleef aanhouden. Vervolgens eiste de oppositie de winst op, waarna de coalitie hetzelfde deed. Daarmee was de verwarring compleet.
Aangezien Gecom de uitslag maar niet vrijgaf, groeide de ongerustheid onder de gemeenschap. Vooral toen de coalitie een verzoek indiende tot hertelling van de stemming in drie districten en daarna liet weten ook behoefte te hebben aan de hertelling in nog meer delen in het land. De oppositie zag dat als een teken aan de wand dat de coalitie de strijd had verloren, aangezien de zittende regering nooit om een hertelling had gevraagd als die had gewonnen.