Het Kabinet van de President van de Republiek Suriname, heeft een bericht doen uitgaan dat betrekking heeft op het per 1 februari opgetrokken minimumuurloon voor werknemers van SRD 20,- naar SRD 38.50,- dat moet worden toegepast door alle werkgevers uit de niet-publieke sector. In het bericht wordt gemeld dat op 8 februari tijdens de regeringsvergadering, het besluit is gevallen dat het algemeen minimumuurloon per 1 februari zoals voormeld, wordt opgetrokken. Volgens de verklaring is er in de afgelopen weken overleg geweest tussen de regering, werkgevers en de vakbeweging om te komen tot dit besluit. De regering praat in de verklaring over ‘een constructieve houding van de partners om tot dit besluit te geraken’. Voorts deelt de regering mede, dat een werknemer per ingaande minimaal 6000 SRD dient te verdienen en de belastingvrije grens is opgetrokken naar SRD 7500,-. Ook wordt de gemeenschap voorgehouden dat het directoraat Arbeidsinspectie er op zal toezien dat werkgevers – ongeacht uit welke sector – zich aan het nieuwe vastgestelde minimumuurloon zullen moeten houden. Deze maatregel die door de strot van alle particuliere ondernemers wordt geduwd, is als donderslag bij heldere hemel gevallen en heeft tot grote verontwaardiging geleid. Volgens de verklaring van de regering, zou ze tot dit besluit zijn gekomen na een gehouden overleg tussen werkgevers en de vakbeweging. Onmiddellijk dient gevraagd te worden, welke werkgevers akkoord zijn gegaan met een dergelijke verhoging van het minimumuurloon binnen de private sector, omdat er naar de mening van de meeste werkgevers, nimmer overleg met ze is gepleegd en ook niet is onderzocht of ze wel in staat zijn om binnen hun bedrijfsvoering en inkomsten, dergelijke minimumuurlonen te betalen zonder daarbij in ernstige financiële problemen te geraken. Als een overheid niet goed heeft kunnen of weten te becijferen wat voor consequenties een dergelijke verhoging van het minimumuurloon op niet weinig bedrijven zal hebben, dan is ze op zijn minst onverantwoordelijk bezig ‘beleid’ te voeren. Er zullen ongetwijfeld grote en kapitaalkrachtige werkgevers zijn die in staat zijn een dergelijk minimumuurloon te betalen, maar het gros kan dat zeker niet. Ook de vakbeweging is niet te spreken over de prijsverhoging van goederen en diensten en weet heel goed dat een dergelijke verhoging van het minimumuurloon, binnen de kortste keren zal worden weggepoetst door verdere prijsverhogingen van dezelfde goederen en diensten die mensen dagelijks moeten betalen. De werknemers zijn dan ook blij gemaakt met een dode mus en zullen er zeker niet op vooruit gaan. De BTW zal in ieder geval een deel van de verhoging opeisen en verder zal een niet goed doordachte verhoging van het minimumuurloon, zeer inflatoire gevolgen hebben. Nu zal de regering zeker geen garantie kunnen bieden dat de wisselkoersen voor dollar en euro niet verder zullen stijgen. De vakbeweging die niet van gisteren is en de revo-jaren van inflatie en depreciatie van de toen Surinaamse gulden heeft meegemaakt, weet precies wat ons te wachten staat en is dus tegen lukrake populistische ad-hocmaatregelen binnen de loonstructuren die een averechts effect zullen sorteren. De huidige vakbondsleiders die niet tot de jongste strijders behoren die opkomen voor de werkende klasse, weten heel goed dat loonsverhogingen die niet gestoeld zijn op een gezonde productie en solide inkomsten, zeker een inflatoire werking binnen de economie zullen hebben en dat de werknemer daar niet mee geholpen is en dat in de meeste gevallen zijn koopkracht geen stijging zal ondergaan. Deze ondoordachte handeling in het kader van instabiele wisselkoersen, zal zeker de werkende klasse niet helpen en hem eerder nog verder verarmen. Waar de regering in onvoldoende mate rekening mee houdt, is dat werkgevers die binnen hun verdiensten het opgelegde minimumuurloon niet kunnen betalen, tot afvloeiing zullen overgaan en daardoor de werkloosheidscijfers zwaar zullen stijgen. Het leger van werklozen zal aanmerkelijk aanzwellen en dat zal weer tot gevolg hebben een toename van de criminaliteit. Meer werklozen betekent ook minder belastinginkomsten, want een persoon die geen werk heeft, kan ook geen bijdrage leveren aan de zogeheten BTW-inkomsten van de staat. Deze nieuwe vaststelling van een nieuw minimumuurloon dat door de strotten van de werkgevers groot en klein wordt gedrukt, gaat voor grote problemen zorgen. Meer geld betekent ook snellere bestedingen, rappere bestellingen door de handel en een vergroting van de druk op de valutareserves van het land en dat betekent ook een verdere stijging van de valutawisselkoersen, en daarmee is de verhoging die nu per 1 februari is doorgedrukt, gelijk niets meer waard. Het is jammer om het te zeggen, maar op deze manier gaan we terug naar de taferelen van de jaren tachtig van de vorige eeuw, met een inflatie die best wel een gierend karakter kan krijgen en waar vooral de werkende klasse helemaal geen baat bij heeft. Keerpunt heeft nu echt wel de indruk dat men doende is met paniekvoetbal om arbeidsonrust te voorkomen. Maar juist deze maatregel kan arbeidsonrust tot gevolg hebben als velen hun baan kwijt raken en helemaal radeloos en reddeloos worden. Het laatste woord over deze slechte c.q. roekeloze beslissing van de overheid is nog lang niet gezegd. Wil de overheid nog meer bedrijfssluitingen van kleine en middenstandsbedrijven? Met deze maatregel zal dat zeker gebeuren. De regering Santokhi moet niet denken, dat het geduld van een getergd volk grenzeloos is. Ze moet meer naar de economisten onder ons luisteren en niet op arrogante wijze doorstomen, want het volk is uiteindelijk de baas. Als het er schoon genoeg van heeft, zal het zijn stem op niet mis te verstane wijze laten horen. Laat het in hemelsnaam niet zover komen, want men is thans doodmoe van de misère en wenst niet verder te lijden.