Velen in de samenleving maken zich zorgen over de veiligheid van hun kinderen op de verschillende scholen. In de afgelopen periode is het vaak voorgekomen, dat scholieren met scherpe – of andere illegale voorwerpen de school betreden. Marie Levens, minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, (MinOWC), is gisteren tijdens het programma “Welingelichte Kringen”, ingegaan op dit vraagstuk. De veiligheid zal op de scholen in samenwerking met de politie ter hand worden genomen. Levens legt uit, dat de veiligheid niet alleen op scholen zorgen baart, maar in het hele land. ‘’In het hele land is de veiligheid in het geding. De school staat namelijk midden in de samenleving. Dus wat er in de samenleving gebeurt, weerspiegelt zich ook naar het onderwijs. Alleen moeten zaken niet worden opgeblazen, alsof 100% van het onderwijs zorgt voor onveilig gedrag‘’, aldus Levens.
Indien wat er op de scholen gebeurt, een weerspiegeling is van de samenleving, behoeft het volgens de aanwezige panelleden, niet alleen een aanpak van het ministerie van Onderwijs, maar één in samenwerking met Sociale zaken, Justitie en Politie of Arbeid en Jeugdzaken. ‘’Er is een aanpak nodig waarbij desbetreffende autoriteiten betrokken moeten zijn. Als er gelet wordt op het gedrag dat leerlingen vertonen, moet ook worden nagegaan, hoe het zit met het maatschappelijk beleid‘’, aldus het panellid Helyante Mac Donald.
Veel kritiek op doorstroombeleid
Uit de samenleving wordt er veelal kritiek geleverd op het doorstroombeleid van het onderwijsministerie. Door parlementariërs wordt gezegd, dat het huidige systeem niet werkt als hoe het zou moeten en zit het vol tekortkomingen. Het systeem, waarbij alle leerlingen doorstromen, werkt volgens velen averechts. Met het doorvoeren van dit systeem wordt geconstateerd, dat kinderen in het vijfde en zesde leerjaar, geen competenties hebben zoals lezen, tellen en schrijven. Hierover hadden parlementariërs ook hun misnoegen geuit. Zij willen dat het systeem goed uitgevoerd wordt.
‘’Het systeem kan goed zijn, maar laten we het gefaseerd of op een goede manier uitvoeren‘’, werd gesteld. Levens zegt, dat het belangrijkste van de hele doorstroming is, dat leerlingen niet meer mogen blijven zitten.
Echter is het volgens haar niet zo, dat leerlingen ‘gratis’ doorstromen naar het volgende leerjaar. ‘’Daarvoor moet er gewerkt worden‘’, stelt de bewindsvrouwe.
Levens: ‘’Het huidige systeem houdt in dat niemand uitgesloten wordt. Op deze manier krijg je verschillend niveaus in klassen, maar dat is altijd al zo geweest. Vroeger werden leerlingen die niet mee konden, buiten spel gezet. En dat is het enige in die onderwijsvernieuwing; niemand wordt uitgesloten of buiten spel gezet.‘’ Zij benadrukt, dat niemand op een openbare school geweigerd mag worden.
De bewindsvrouwe benadrukte, dat leerlingen niet gestigmatiseerd mogen worden. Heel vaak wordt volgens Levens voorgesteld, speciale onderwijsinstellingen te openen voor kinderen die niet mee kunnen met het normaal onderwijs. ‘’Dat gaat absoluut niet lukken, kinderen moeten in hun cohort blijven. De samenleving ziet er ook zo uit, goed ontwikkelde en minder goed ontwikkelde mensen. De school moet een weerspiegeling zijn van de samenleving. Wat je wél moet hebben, is dat je de kinderen een veilige omgeving biedt. Ze moeten niet gevoel krijgen, dat ze buiten gezet worden‘’, aldus Levens. De bewindsvrouwe legt uit, dat er een peiling is geweest hoe het systeem werkt.