Terwijl een deel van het volk de straat op is gegaan om te protesteren tegen het zogenaamde wanbeleid, de brandstofprijzen, de verhoogde benzineprijs, verhoogde prijs van nutsvoorzieningen en de wens dat de winkelprijzen eindelijk omlaag gaan, merken we dat de douanekoers wederom is verhoogd. Deze zit nu al rond de 23,41 voor de US-dollar en 23,15 voor de euro. Dit betekent dus dat handelaren meer zullen moeten neertellen om hun goederen in handen te krijgen. Het geld moet namelijk ergens vandaan komen en het zal zeker niet de regering zijn de het gelag zal betalen. Het zal de ‘kleine man’ zijn die dagelijks de winkels bezocht.  Het beleid van de regering met betrekking tot de bescherming van de ‘kleine man’ laat te wensen over. Terwijl de kleine man verpaupert, worden er nog altijd gigantische winsten gemaakt door bepaalde groothandelaren, want hoor je die groep klagen? Zijn het niet de sponsoren van grote politieke partijen? Waar denk je dat het geld vandaan komt? Trouwens, met het schandaal rondom de Centrale Bank van Suriname is duidelijk geworden, dat er op grote schaal aan witwassen wordt gedaan en dat ook bepaalde handelaren grote sommen geld in contanten hebben klaarliggen om te witten, maar niemand die ze aanhoudt voor het handelen in strijd met de wet.  En waar is hier het beleid van de minister van Economische Zaken? Of wordt er alleen beleid losgelaten, wanneer het gaat om de armzalige winkelier, die slechts een zeer karige, vastgestelde winst mag maken? Heeft men nagedacht op welke manier men de handelaren tegemoet kan komen bij een stijgende douanekoers, zodat de ‘kleine man’ het niet of nauwelijks merkt? Dat zijn nou de vragen, waarop er antwoord moet worden gegeven.