Eerder deze maand werden in deze rubriek vraagtekens geplaatst bij de noodzaak van het staatshoofd om een geestelijk adviseur aan te trekken. Men vroeg zich in gemoede af welke prestatie deze zelfverklaarde bisschop eigenlijk levert voor zijn SRD 6000 per maand op het Kabinet van de President. Er zijn nog meer van dergelijke dubieuze, riant verdienende beleidsadviseurs aangetrokken, maar in dit rijtje mislukkingen spant de vervanger van CBvS-governor André Telting de kroon. Deze met veel poeha geparachuteerde IMF’er kost ons land al vijf jaar ruim US$ 80.000 per maand, daar tegenover staat echter een monetair beleid dat op een compleet fiasco is uitgelopen. De staatsschuld is gestegen naar SRD 6 miljard, de monetaire reserves zijn met honderden miljoenen ver onder een kritiek punt gekelderd, Amerikaanse dollars zijn schaars en alleen tegen koersen te vinden die torenhoog zijn, enzovoorts. Het eerste wat de nieuwe governor deed, was de officiële koers van de Amerikaanse dollar van 2,8 naar 3,25 voor een Surinaamse dollar verhogen, waardoor we van de ene op de andere dag 20% armer werden gemaakt. Hij bleef uiteraard zelf schotvrij, want hij had zijn salaris al ingedekt tegen eventuele devaluatie van de nationale munt. Vervolgens kreeg de overheid plotseling de wind mee en werd de staatskas fors gespekt met inkomsten uit een verhoogde government take en gunstige wereldmarktprijzen voor goud en aardolie. De monetaire reserves stegen dientengevolge naar US$ 1 miljard, echter na een lustrum van graaien en de Gudu Pa uithangen, met gecharterde vliegtuigen de hele wereld rond vliegen, miljoenen kostende feesten organiseren compleet met lasershows en wereldsterren, belandden we met paars weer in een financiële chaos. De deviezenreserves gingen elke maand zienderogen achteruit, geen enkel moment is er vanuit de moederbank op de rem getrapt of een waarschuwend geluid gegegeven. Op een nieuwjaarsreceptie van de moederbank werd wel lacherig door de governor aangeven, dat als de internationale reserves van Suriname onder het kritieke punt US$ 600 miljoen zouden duiken, er bij de CBvS reden zou zijn tot ernstige bezorgdheid. Wel nu, ultimo februari zijn deze reserves gekelderd naar US$ 579 miljoen, per ultimo maart is er nog slechts US$ 496 miljoen in de pot. Ma unu de piiii…. Redenen waarom de monetaire reserves zwaar onder druk staan, zijn gelegen in het feit dat er regelmatig op de valutamarkt geïntervenieerd moet worden door de moederbank, een aanzienlijke terugval in de exportwaarde van goederen en diensten en het verkwistend beleid van deze regering. Eerder deze week wees Cobi er in dit verband op, dat onze deviezenreserves feitelijk een nulpunt hebben bereikt, aangezien er nog heel wat claims staan, tegenover de dollars die nog beschikbaar zijn. De overheid heeft afgezien van enorme achterstanden in betalingen van aannemers en leveranciers die miljoenen dollars moeten krijgen, allerlei afspraken lopen met banken voor ruim US$ 150 miljoen, en ook blijkt dat voor US$ 380 miljoen aan schatkistpapier aan grote bedrijven is uitgegeven. En toch gaat deze regering door om maar fors geld te blijven lenen, alleen maar om met fisti prodo verkiezingsdag 25 mei te kunnen halen. En dan gaan we voor nog 5, waarvoor om de gifbeker helemaal leeg te drinken??
Naar onder de US$ 600 miljoen
De monetaire reserves van Suriname blijken dit jaar in een extra diepe vrije val te zijn beland. Waren deze reserves per ultimo februari gekelderd onder het kritieke punt US$ 600 miljoen, naar US$ 579 miljoen, per ultimo maart is er nog slechts US$ 496 miljoen in de pot. Dit komt naar voren uit de gisteren geactualiseerde data op de website van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). De governor van de CBvS, Gilmore Hoefdraad, had tijdens de nieuwjaarsreceptie van de moederbank zelf aangeven, dat als de internationale reserves van Suriname onder de US$ 600 miljoen zouden duiken, er bij de CBvS reden zou zijn tot ernstige bezorgdheid. Voorts is het eveneens zorgwekkend gesteld met de importdekking, die ruim onder de drie maanden is, en ultimo februari al op 2,8 maanden werd geschat. Het is internationaal gangbaar om voldoende monetaire reserves te hebben om drie maanden importen te kunnen dekken. Deskundigen hebben eerder de moederbank met betrekking tot de gewenste omvang van deze monetaire spaarpot, zelfs geadviseerd de norm van voormalig CBvS-governor André Telting, alsook een importdekking van zes maanden in plaats van drie maanden te hanteren. De US$ 495,5 miljoen aan huidige monetaire reserves is blijkens CBvS-data opgebouwd uit: US$ 324 miljoen Foreign currency reserves, US$ 8,4 miljoen IMF reserve position, US$ 112,1 miljoen aan SRD’s, en US$ 51 miljoen Gold (including gold deposits and, if appropriate, gold swapped). De monetaire reserves worden sowieso al geruime tijd door economen en politici nauwlettend in de gaten gehouden, daar die reserves in vrij korte tijd zijn gekelderd van circa U$ 1 miljard naar onder de US$ 600 miljoen. Het is evident dat de monetaire reserves zwaar onder druk staan en dat er een dalende trend waarneembaar is, omdat er regelmatig op de valutamarkt geïntervenieerd moet worden door de moederbank. Het is algemeen bekend dat er een laag aanbod van Amerikaanse dollars is, wat te verklaren is door de heersende schaarste en grotere vraag bij handelaren, de prangende onzekerheid die er heerst en het verkwistend beleid van de regering. De valuta-interventies van de moederbank, die in 2013 op gang zijn gekomen, zijn sinds die periode voortgezet. Mede als gevolg van deze valuta-interventies kon Suriname op tijd aan zijn betalingsverplichtingen voldoen, echter hebben deze interventies een nadelig effect op de omvang van de monetaire reserves gehad. Het saldo op de lopende rekening van de betalingsbalans is in 2014 daarenboven verder verslechterd tot US$ -386 miljoen (2013: US$ -198 miljoen). Dat kwam mede door een aanzienlijke terugval in de exportwaarde van goederen en diensten. De ontwikkeling van de betalingsbalans had eveneens een duidelijk effect op de omvang van de internationale reserves.