VROUWELIJKE MEDEWERKERS VOELEN ZICH NIET MEER VEILIG
Naar verluidt, wil momenteel een aantal vrouwelijke medewerkers een brief richten aan president Santokhi en weer anderen overwegen ontslag in te dienen bij de Hakrinbank. Velen zijn echter ook bang voor rancune in hun verdere carrière. Ze zullen naar onze mening wel welkom zijn andere financiële instellingen, maar dat neemt niet weg, dat de vrees voor rancune niet ongegrond is. Wat vast staat, is dat de CEO van de Hakrinbank zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel molest op de werkvloer. Wij weten inmiddels dat deze zaak in civielrechtelijke sfeer, wel kan worden aangevochten. Het OM heeft wél duidelijk bevestigd, dat de verweten handelingen wel eventueel gekwalificeerd zouden kunnen worden onder de Wet Seksueel Molest op de werkplek, echter is deze wet nog niet in werking getreden. Het OM heeft in een schrijven aan de slachtoffers aangegeven, dat er derhalve onvoldoende bewijs is om de CEO te vervolgen. Aan hen is ook medegedeeld dat, indien zij zich niet kunnen verenigen met dit besluit, er civielrechtelijke alsook strafrechtelijke wettelijke interventies hiertegen, mogelijk zijn. Ten aanzien van het bewijsmateriaal verneemt Keerpunt dat de slachtoffers het vermoeden hebben, dat de memorystick met de geluidsopnames niet is beluisterd door de justitiële autoriteiten.
Naar aanleiding van de verschillende verklaringen die zijn afgelegd door de slachtoffers tijdens de aangiftes is gebleken, dat er een duidelijke modus operandi is van de dader, want alle dames verklaarden om en bij hetzelfde. Wij vragen ons nu af, waar blijven de verklaringen van de aandeelhouders want die zijn heel erg stil gebleven, gedurende deze hele kwestie. Daarnaast hadden wij wel gehoopt dat er maatregelen werden getroffen tegen deze directeur. Niet omdat de PG op papier stelt dat er geen bewijs is, moeten de RvC/ aandeelhouders en de Centrale Bank als toezichthouder muisstil blijven en niet handelen. Op zo een manier zal geen enkele vrouw zich meer veilig voelen binnen geen enkele instelling en daarbij vragen wij ons af, waarom waar de belangen liggen in deze kwestie. Daarbij stimuleert deze aanpak geen enkele individu, meer om aangifte te doen wanneer zij seksueel gemolesteerd worden op de werkvloer. Wij vragen ons af, hoe de aandeelhouders zullen reageren, wanneer de internationale organisaties, zoals de OAS en de correspondent banken van de Hakrinbank, worden aangeschreven door vrouwenorganisaties, belanghebbenden en juristen over deze zaak. Keerpunt verneemt, dat een ontwikkelingsbank tot voor kort overeenkomsten had gefinaliseerd voor een ongecommiteerde kredietlijn, maar die hebben zij op de valreep laten afweten vanwege alle berichtgeving, die betrekking had op de CEO van de HKB. Er werd gezegd dat er geen associatie gewenst werd met zo iemand. Dit is naar onze mening de juiste opstelling en toont karakter van zo een organisatie. Het kan namelijk niet, dat deze zaak op zo een manier wordt afgewikkeld, want het is meer dan duidelijk, dat de rechten van 1 persoon boven die van de organisatie staan en dat de slachtoffers op zo een manier worden veroordeeld tot leugenaars en misleiders. Wij hopen dat er überhaupt nog een reactie komt vanuit de aandeelhouders, zoals de Staat Suriname, die momenteel bijna 40% aandeel bezit in de Hakrinbank. Hopelijk kan de Centrale Bank als toezichthouder, na afronding van haar onderzoek ook benadrukken, dat de huidige Hakrinbank CEO vanwege het vastgestelde gedrag tegenover zijn medewerkers en zijn besluitvorming over het algemeen, niet meer voldoet aan de richtlijnen die hem kwalificeren tot een geschikte kandidaat om een bank c.q. organisatie te leiden. De governor van Centrale Bank, was ooit de president commissaris van de Hakrinbank, wij vragen ons af, of er ook vanwege die hoek deze beruchte CEO wordt beschermd. Want op basis van financieel wanbeleid met als voorbeeld het toestaan van de overtrekkingen op de rekeningen van SLM, kon er reeds actie worden ondernomen om zijn beschikking in te trekken. Eigenlijk kon zijn beschikking allang worden ingetrokken naar aanleiding van de bewijzen van de verschillende slachtoffers, maar als dat niet voldoende was dan kunnen we kijken naar zaken die duidelijk sporen van financieel wanbeleid vertegenwoordigen.