Het Openbaar Ministerie (OM) liet weten dat er geen vervolging tegen de directeur van de Hakrinbank zal worden ingesteld. De verweten handelingen kunnen wel worden gekwalificeerd onder de wet Seksueel Molest op de werkplek, maar deze wet is nog niet in werking getreden. Het OM zegt ook dat indien de slachtoffers zich niet kunnen verenigen met dit besluit, er civielrechtelijke alsook strafrechtelijke wettelijke interventies hiertegen mogelijk zijn. Waarom zijn de mensenrechten, die dit gedrag veroordelen, niet meegenomen in de oordeelsvorming van het OM? Of mag een ieder nu vrouwen seksueel molesteren tot de onderhavige wet in werking wordt gesteld? Dus mannen en vrouwen hebben geen gelijke rechten meer! Mijns inziens veroordeelt het OM het wangedrag van de Hakrinbank directeur impliciet, maar stelt met andere woorden dat de regering en de Nationale Assemblee (DNA) van Suriname hebben nagelaten een nationale wet te maken, die strafbaarstelling vanwege aantasting van een vrijheidsrecht bevat. Het oordeel over de strafbaarheid van dit wangedrag zou daarom bij de rechter gezocht moeten worden. Artikel 3 van het BUPO-verdrag zegt dat de Staten die partij zijn bij dit Verdrag zich verbinden het gelijke recht van mannen en vrouwen op het genot van alle in dit Verdrag genoemde burgerrechten en politieke rechten te verzekeren. Gegeven het aantal aangiften, waarbij slechts één dader als vermoedelijke verdachte is beklaagd, zou je mogen verwachten dat het OM de zaak aan de rechter zou voorleggen. Immers, het systeem van de scheiding der machten en andere controlemechanismen zijn bedoeld om de rechterlijke controle een essentiële rol te geven in het garanderen van rechtsbescherming indien de andere machten en controlemechanismen deze plicht verzaken.
BUPO-Verdrag
Suriname heeft op 28 december 1976 het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (BUPO-verdrag) geratificeerd. Hierdoor heeft Suriname de verplichting om zijn nationale wet- en regelgeving zodanig aan te passen aan de bepaling van dit verdrag. Het BUPO-verdrag is een multilateraal verdrag dat Staten die partij zijn verplicht de burgerlijke en politieke rechten van individuen te respecteren, waaronder het recht op een eerlijk proces. In de preambule wordt onder meer erkend “dat deze rechten voortvloeien uit de inherente waardigheid van de menselijke persoon en dat krachtens het Handvest der Verenigde Naties, de Staten verplicht zijn de universele eerbied voor en de inachtneming van de rechten en vrijheden van de mens te bevorderen.”
Mensenrechten
Volgens Artikel 7 mag niemand worden onderworpen aan folteringen, of aan wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Zijn de door het OM geconstateerde ‘verweten handelingen’ niet vernederend? Waarom anders zouden er zoveel aanklachten zijn ingediend? Verder zegt Artikel 17 1. dat niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privé leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam. Zijn de door het OM geconstateerde ‘verweten handelingen’ geen inmenging in het privéleven van de slachtoffers en onwettige aantasting van hun eer en goede naam? Privéleven omvat volgens het recht de rechten over bijvoorbeeld persoonlijke identiteit, seksuele geaardheid, bescherming van persoonsgegevens en bescherming tegen lastiggevallen worden. En waarom is het Om niet opgetreden in de gevallen van seksueel molest bij de Regeringsvoorlichtingsdienst, op het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij en op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur? De minister van Grondbeleid en Bosbeheer kon echter wel onmiddellijk door het OM worden gecorrigeerd na verkregen ruchtbaarheid van haar besluit dat haaks op de Wet Bosbeheer staat. Hopelijk doet het OM zo spoedig mogelijk haar licht hierop schijnen om af te komen van het voortschrijdende negatieve imago van klassenjustitie en het negeren van mensenrechten, waarin de regering en DNA worden meegezogen, terecht of onterecht.
Dr. Roy I Bhikharie, PhD
Eerst het Volk, dan de Rest.