Lerarenopleider en onderzoeker aan de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, dr. Theo Witte, is er een voorstander van dat literatuurlijsten op het HAVO en VWO in ons land worden afgestemd op de belevingswereld en het leesniveau van middelbare scholieren. Dit kwam naar voren tijdens een lezing die Witte gisteravond verzorgde in het IGSR-gebouw voor de Masteropleiding Nederlandse Taal en Cultuur van het Institute for Graduate Studies & Research (IGSR). Witte heeft in het kader van het onderwijsvraagstuk ‘Lezen voor de lijst’, in Nederland een verdeling ontwikkeld van zes lezerstypen, waarbij dezer dagen ook is onderzocht of die toepasselijk zijn voor de Surinaamse situatie. Dit bleek inderdaad het geval toen studenten Nederlandse Taal een indeling van niveaus maakten van boeken die op de Surinaamse literatuurlijsten voorkomen. Witte benadrukt, dat het geen kwalitatieve, maar een didactische indeling betreft van literaire werken die aansluit bij de competentie van de lezers. Naar zijn zeggen, kan in het algemeen gesteld worden dat degenen die lezen tot een regelmaat maken, een beter tekstbegrip en een grotere woordenschat bezitten en succesvoller zijn op school en in de maatschappij. “Het lezen van boeken is de drijvende kracht achter taalontwikkeling. Je moet kilometers maken om goed te worden in de taal. Boeken hebben een motor in zich om door te gaan met lezen”, meent hij. Met het indelen in leesniveaus, wordt beoogd dat zwakke lezers de juiste boeken op het juiste moment voorgeschoteld krijgen, zodat ze niet aan het prille begin voor het leven afkicken op boeken. Witte laakt overigens de randvoorwaarden in Suriname, waarbij boeken onvoldoende beschikbaar zijn, studenten die tegen hoge prijzen moeten aanschaffen of het moeten doen met een soortement gekopieerd vodje. Een alternatief in dit opzicht zijn E-books, maar er moet voor gewaakt worden dat kinderen de juiste leeshouding hebben, daar er een risico is dat kinderen sneller afgeleid zijn met een tablet. Voorts valt het hem op dat er weinig animo voor lezen is bij jongens, onder meer omdat dat heel veel boeken niet afgestemd zijn op hun belevingswereld. De zes lezerstypen zijn: ‘Belevend lezen’ , ‘Herkennend lezen’, ‘Reflecterend lezen’, ‘Interpreterend lezen’, ‘Letterkundig lezen’ en ‘Academisch lezen’. Lezers van het eerste niveau hebben weinig ervaring met het lezen van fictie, houden niet van lezen en lezen omdat het moet. Het type uit de categorie ‘Herkennend lezen’ vindt het fijn om personages, situaties en gebeurtenissen in een boek te herkennen en moet een verhaal krijgen met weinig obstakels en herkenbare onderwerpen en personages. ‘Reflecterend lezen’, dit type kan morele, maatschappelijke en psychologische kwesties aan die genuanceerd worden uitgewerkt. Het type uit de categorie ‘Interpreterend lezen’ heeft belangstelling voor literaire romans, heeft daar ook redelijk veel ervaring mee en wil doordringen in niet-alledaagse, soms complexe personages, situaties en gebeurtenissen. Het leerlingkenmerk van ‘Letterkundig lezen’ is dat de inhoud complex kan zijn en de personages en thematiek ver af staan van de leefwereld van de jongeren. Het type dat valt onder ‘Academisch lezen’ is een gedreven, ambitieuze lezer van literatuur, die veel teksten uit de wereldliteratuur kent..