“De Surinaamse regering heeft met het instellen van de Anti Money Laundering Steering Council (AMLSC) in december 2011, haar politieke betrokkenheid in de bestrijding van ’money laundering’ (ML) en terrorisme financiering (TF) getoond. De AMLSC is belast met het beleidsmatig aansturen van processen, die moeten leiden tot verbetering en versterking van het handhavings- en toezicht regime bij de aanpak van ML, TF, proliferatie en corruptie”, staat vermeld in de publieke versie van het NRA-rapport. Bij Presidentiele resolutie no. 11.052/19 d.d. 2 augustus 2019 werd het project managementteam (PMT) ingesteld en zij hebben zich gecommitteerd aan de uitvoering van de Nationale Risico Analyse – NRA (’National Risk Assessment’) en het samenstellen van het daarbij behorend NRA-rapport voor Suriname, gedaan. Dit NRA-rapport zal de grondslag vormen voor een nationale strategie ter voorkoming en bestrijding van ML en TF in Suriname. Verder is bepaald dat het National Anti Money Laundering Committee (NAMLAC), minimaal 2-jaarlijks na de evaluatie van de NRA, voorstellen zal doen voor het bijstellen van de AML/CFT wet- en regelgeving op grond van nationale en internationale trends en typologieën. “Suriname ontbeert echter nog een op schrift gesteld nationaal AML/CFT strategisch beleidsdocument en/of -programma. De Surinaamse wetgeving geeft ook nog geen wettelijke plicht aan dienstverleners om een risicoanalyse te doen. Het cliëntenonderzoek wordt wel voorgeschreven en moet vergeleken worden met het risicoprofiel van de cliënt”, aldus de bevindingen uit het NRA-rapport.
ML/TF
In de NRA is naar voren gekomen, dat Suriname een systeem hanteert, waarbij alle misdrijven bv fiscale misdrijven getypeerd worden als gronddelicten voor ‘money laundering’ en terrorisme financiering.
“Er is dus een brede context voor gronddelicten met betrekking tot witwassen gehanteerd. Voorts is witwassen in de wet opgenomen, als een op zichzelf staand strafbaar feit en kunnen alle misdrijven als gronddelict aangemerkt worden waaruit witwassen blijkt dan wel gelinkt is, meegenomen worden in de ten laste legging. Het ontbreekt echter aan een breed scala van afschrikwekkende sancties voor het witwassen van geld”, benadrukt de NRA.
Geen veroordelingstools
In de verschillende antiterrorismeverdragen en protocollen waar Suriname partij bij is, zijn de basis voor het strafbaar stellen van terrorisme financiering (TF). In 2011 (SB 2011 no. 96) zijn terroristische misdrijven en de financiering daarvan strafbaar gesteld op grond van artikel 1 van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (SB 2001 no. 65). De wetgeving vermeldt echter de specifieke strafbaarstelling van de financiering van een individuele terrorist, ongeacht of er al dan niet een verband is met een specifieke terroristische daad of daden, niet. “Rechters kunnen de in de wet opgenomen vrijheid ontnemende straffen toepassen, maar hebben geen breed scala aan veroordelingstools ter beschikking (bijvoorbeeld boetes of gevangenisstraf die toeneemt met de ernst van het strafbare feit). Volgens de Surinaamse wetgeving is de mogelijkheid voor justitieel beslag opgenomen, maar is deze niet hetzelfde zoals door de FATF bedoeld wordt met onmiddellijke bevriezing na constatering. Bovendien is deze bevoegdheid weggelegd voor rechtshandhavingsinstituten. Derden zijn wettelijk niet verplicht om bezittingen van aangewezen personen te bevriezen wanneer deze op een Verenigde Naties (VN) lijst zijn geplaatst of voorgedragen zijn voor plaatsing op een lijst. Dit is een hiaat in de wetgeving”, constateert de NRA.