De eigenaren van recreatieoorden in het district Para, hebben een brief gericht naar het COVID-19 bestuur, waarin zij hun misnoegen uiten over het feit dat zij nog steeds gesloten moeten blijven, terwijl bijvoorbeeld terrassen wel geopend mogen zijn. De eigenaren stellen, dat zij niet alleen personeel hebben dat uitbetaald moet worden, maar dat zij burgers ook een stuk ontspanning bieden. Zij deden een beroep op het bestuur dit niet over het hoofd te zien en wezen erop, dat ook zij een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de hervorming van de maatschappij. “Vanaf de afkondiging van de totale lockdown zijn wij gesloten en is geen enkele instantie ons op geen enkele manier tegemoet gekomen. Wij vragen daar ook niet om, omdat we beseffen dat de overheid het al zwaar genoeg heeft. Laten zij protocollen voor ons uitwerken, zodat ook wij open kunnen voor het publiek”, aldus de eigenaar van een recreatieoord. Volgens hem hadden de oorden allang opengesteld moeten worden, omdat de overheid steeds heeft gezegd, eerder te willen gaan voor outdoor evenementen.
Volgens de eigenaar zijn alle recreatieoorden outdoor, beschikken over voldoende ventilatie en is er genoeg ruimte zodat mensen niet opeengepakt zitten. “Als men protocollen uitwerkt dat bij wijze van spreken er maar vijf gezinnen per keer het oord mogen bezoeken, zijn we bereid ons daaraan te houden. Dat is trouwens eerder ook al gebeurd. We hebben onze bezoekers altijd de temperatuur gemeten en we hebben ook altijd ontsmet”, zegt de eigenaar.
In de brief werd ook aangehaald dat de burgers snakken naar ontspanning en dat het gevaar bestaat dat zij die elders zullen zoeken met alle gevolgen van dien. De eigenaren wezen er ook op dat de recreatieoorden een belangrijke bijdrage leveren aan de districtseconomie en dat het gesloten houden van de oorden, nadelige economische gevolgen kan hebben voor het district.