Voorzichtigheid toch geboden
Het zou kunnen dat er in Suriname een variant van het COVID-19-virus ontstaat, die heel besmettelijk is. Dit zegt viroloog John Codrington, hoofd van het Klinisch en Chemisch laboratorium van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP). Het ligt volgens Codrington in de aard van virussen, dat ze continu varianten ontwikkelen om te kunnen overleven. “Als een virus zich vermenigvuldigt, kan het steeds een heel klein beetje veranderen van zijn jasje. Meestal is die verandering en of mutatie zo klein, dat het bijna geen invloed heeft op hoe ziek je wordt en hoe het virus zich verspreidt”, benadrukt Codrington. Om dit alles precies te kunnen vaststellen, is er volgens hem een grondig onderzoek nodig.
Soms zorgt een verandering er wél voor, dat een virus zich anders gedraagt en bijvoorbeeld makkelijker verspreidt. In India bijvoorbeeld stromen de ziekenhuizen vol met corona-patiënten. Plaatselijke medici maken zich daarom zorgen over een ‘Indiase variant’, die inmiddels ook in West-Europa is opgedoken. Volgens Codrington kunnen er honderden varianten zijn van COVID-19. Er zijn twee type varianten; variant of concern of variant of interest. Niet alle mutaties hebben een significante invloed op de verspreiding van het virus, maar sommige kunnen het virus selectieve voordelen bieden, zoals verhoogde overdraagbaarheid of het vermogen om immuunresponsen te omzeilen. “Dus niet varianten klinisch van belang, maar het gaat erom, hoe snel de nieuwe varianten zich verspreiden onder de gemeenschap en hoe dodelijk die zijn”, benadrukte hij.
In Suriname zijn de Manaus- of Braziliaanse- de Zuid-Afrikaanse- en de Britse-variant bekend. Het betekent niet, dat de varianten die in het buitenland zijn geanalyseerd en ontdekt, in het land van herkomst zijn ontstaan. Varianten ontstaan continu. Er is onderzoek geweest waarbij duidelijk is gebleken, dat er mensen zijn die gedurende hun ziekteproces, meerdere varianten hebben ontwikkeld.
Waarop wij ons moeten focussen, zijn de varianten die een grotere besmettelijkheid hebben. Er zijn tot nu enkele geïdentificeerd.
“Als je eenmaal weet welke variant je wilt opsporen, zijn er dingen die wij wel zouden kunnen doen in Suriname”, aldus Codrington. Er worden daarom wekelijks monsters opgestuurd naar Nederland, om na te gaan, welke varianten van COVID-19 er nog meer in Suriname voorkomen. “Als vooraf bekend is welke varianten onderzocht moeten worden, zijn de verdere handelingen in het laboratorium, wél mogelijk. Zou het gaan om varianten waarover nog niet zoveel bekend is, dan moet een uitgebreider technisch onderzoek plaatsvinden.
Wil Suriname in de toekomst zelf op een veel geavanceerdere manier op deze wijze onderzoekingen doen, dan moet er in deze sector, geïnvesteerd worden. “Wij kunnen elke dag de data vanuit het buitenland bijhouden, maar ook de data van ons land moeten wij goed kunnen analyseren”, aldus Codrington.
Codrington zei verder, dat wij niet paniekerig moeten worden, “facts over fear”. Bezorgdheid is zeker goed, maar moet omgezet worden in de liefdevolle daden naar elkaar en naar de mensen die het grootste risico lopen ernstig getroffen te worden door het virus. Volgens hem zouden wij wel eerlijk moeten zijn, dat ook al zijn wij gevaccineerd, dit niet wil zeggen, dat we niet opnieuw het COVID-19 virus kunnen oplopen. “Na gevaccineerd te zijn zullen wij toch voorzichtigheid moeten betrachten”, aldus Codrington.