De Nederlandse minister van Buitenlandse zaken, Stef Blok, heeft tijdens een bezoek aan ons land onthuld, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken, een budget heeft vrij-gemaakt inzake een investeringsfonds voor Suriname onder de noemer ‘MAKANDRA’. Volgens Blok, wil Nederland illustreren hoe het samen wil werken aan de toekomst en de uitdagingen van Suriname. “We willen nu echt schouder aan schouder vanwege Nederland, de Surinaamse bevolking daarmee helpen”, aldus Blok. Echter werd niet bekend gemaakt, hoeveel geld er in het investeringsfonds is vastgesteld en of er daaraan ook bepaalde voorwaarden zijn verbonden. “Als er overeenstemming over het geld is bereikt, dan is het meestal zo, dat er in de overeenkomst duidelijk wordt aangegeven, hoe de zaken in elkaar zitten. Maar dat hebben wij tot nog toe niet gehad”, benadrukt bestuurskundige August Boldewijn tegenover De West. Volgens Boldewijn, willen de onderhandelaars uit ons land zoveel mogelijk geld hebben en verder niet bereid om al te lang hierover te discussiëren. “Er is dus een overeenkomst, getekend, zonder duidelijk bedrag. Dat zal maken dat de zaken niet vlot zullen verlopen. Als er een overeenstemming onder bepaalde voorwaarden bereikt is, moet men wel weten hoe groot het bedrag is”, aldus Boldewijn.
19.7 miljoen Euro
Boldewijn zegt, “Wij hebben nu gezien, dat Nederland opnieuw een samenwerking wil hebben met Surinaamse regering. Vergeleken met de vorige regering, heeft Nederland nu de indruk dat er een andere wind waait.” Volgens Boldewijn, heeft President Chandrikapersad Santokhi in de periode, voordat hij president was, voortdurend contact gehad met Nederland en zeker een vertrouwensrelatie opgebouwd. “Het vertrouwen was bij de ex-president Desiré Bouterse totaal verloren gegaan, maar wij zien dat de huidige president het vertrouwen enigszins heeft kunnen herstellen, ook aan de hand van de inspanningen van minister Blok, probeert Santokhi ons land uit de financiële en monetaire situatie te halen”, aldus Boldewijn.
Inter Monetaire Fonds
Boldewijn vertelt verder, dat wij in 1992 een situatie hebben gekend, waarbij er ook met het Inter Monetaire Fonds (IMF) contact was opgenomen. De betrokkenheid van Warwick Research Institute en de ontwerpers van het structureel aanpassings programma (S.A.P), hebben toentertijd een programma opgesteld, maar Suriname kon toen niet aan alle voorwaarden voldoen. “Toentertijd eiste het volk ook een betere betaling en betere voorzieningen, zodat het kon overleven. Aan de ene kant moeten wij anno 2020 minder uitgeven en aan de andere kant dwingt de samenleving ons nog meer uit te geven”, zegt Boldewijn. Volgens hem, moet er een tussenweg in Suriname gevonden worden, vooral wanneer het IMF wenst, dat het volk zwaar zal moeten bezuinigen. Boldewijn zegt, dat het IMF altijd met bezuinigingsmaatregelen komt. De huidige regering heeft in reactie daarop nog niet duidelijk gemaakt in welke sectoren er bezuinigd zal moeten worden. Boldewijn haalt als voorbeeld aan dat, ook in de rijstsector er problemen zijn ontstaan. Hij vertelt, dat de pompen voor de irrigatie in Nickerie, allemaal kapot zijn en er geen distributie van water is. Boldewijn: “We weten daarom niet of wij aan de ene kant, de bezuinigingen c.q. subsidies kunnen opheffen of elimineren, door hogere inkomsten aan de andere kant te realiseren.” In het kader van bezuinigen, hoopt Boldewijn, dat de regering daar veel aandacht aan zal schenken, omdat de voorwaarden van het IMF niet draagbaar zullen zijn voor het volk.