Bouterse noemt niet verschijnen ‘denkfout’

Essed: ‘Te belachelijk om waar te zijn, juridische waarde zoek’

De zitting van de Krijgsraad vond vandaag achter gesloten deuren plaats, echter is de zaak verdaagd naar 29 januari 2021. De hoofdverdachte, ex-president en NDP-voorzitter Desi Bouterse, diende lijfelijk aanwezig te zijn om zichzelf te verdedigen, omdat hij verzet heeft aangetekend tegen het vonnis dat op 29 november 2019 is uitgesproken. Toen werd hij veroordeeld tot 20 jaar cel vanwege zijn betrokkenheid bij de 8 Decembermoorden, gepleegd in 1982.

In de twaalf jaar dat de rechtszaak liep – van 2007 tot 2019 – is Bouterse nooit op een zitting verschenen. Bouterse verklaarde vandaag voor de Krijgsraad, dat het jarenlang ‘’een denkfout’’ van hem is geweest om niet lijfelijk aanwezig te zijn: “Mevrouw de President en leden van de Krijgsraad, ingevolge het Wetboek van Strafvordering betreffende het verzet ter zake, het vonnis dat tegen mij in het 8 decemberstrafproces is uitgesproken en de wens van uw Krijgsraad dat er mijnerzijds een verklaring wordt afgelegd, wens ik u het volgende voor te houden. Ik sta vandaag in persoon voor uw Krijgsraad, omdat ik nu besef, dat in strijd met hetgeen ik altijd gedacht heb, namelijk dat door aanwezigheid van mijn raadsman tijdens het proces ik geacht werd aanwezig te zijn, een denkfout is geweest. Mijn verontschuldigingen daarvoor. In het hiernavolgende zal ik in grote lijnen duidelijk maken, waarom het noodzakelijk is dat ik in verzet ben gekomen tegen onderhavig vonnis.” Volgens Bouterse is een wezenlijk deel van de geschiedenis besloten in de documenten die de voormalige kolonisator 60 jaar in zijn kluizen heeft opgeborgen.

Bouterse gaf aan dat er niet aan waarheidsvinding is gedaan tijdens het presenteren van het vonnis.

Volgens hem zijn er tal van ‘’onmiskenbare ernstige tekortkomingen’’ in de tegen hem en anderen gerichte 8 decemberstrafzaak. De advocaat van de nabestaanden in het 8 Decemberpoces, Hugo Essed, zegt tegenover De West, dat de verklaring van Bouterse, te belachelijk is, om waar te zijn.

Bouterse hield de Krijgsraad voor, dat de geschiedenis ook hem zal vrijspreken van alle schuld aan het trieste, traumatische gebeuren van 8 december 1982. Volgens Bouterse heeft hij verzet aangetekend, omdat hij het onrecht dat hem en de andere veroordeelden is aangedaan, wil corrigeren.

Essed zegt, dat de verklaring van Bouterse geen juridische waarde heeft. “Natuurlijk mag hij als verdachte zeggen wat hij wil, maar dit is te belachelijk om waar te zijn. Twaalf jaar lang zal het een denkfout zijn? De verklaring was meer een politieke verklaring, geen juridische. Ook was het meer een sneer naar de kolonisator en de archieven. Ten tweede is zijn reden van verzet, niet steekhoudend met de verklaring van de Krijgsraad.” Volgens Essed is het niet te begrijpen, waarom de verdachte nu verzet aantekent, als hij nimmer is komen opdagen.

Verder zei Bouterse, dat hij in afwachting van een rechtvaardig oordeel, verder aan het proces zal deelnemen. “President en leden van de Krijgsraad, ik heb gemeend om, nadat ik nog bij de rechter-commissaris aan het gerechtelijk vooronderzoek mijn bijdrage had geleverd, in persoon, en door vertegenwoordiging van mij door mijn raadsman, verder aan het proces deel te nemen. Dit in de verwachting dat dit een rechtvaardig oordeel mogelijk zal maken”, aldus Bouterse.

Hij legde verder uit, om welke redenen hij verzet heeft aangetekend voor het vonnis dat hem opgelegd is. Volgens Bouterse zijn bepaalde en zeer relevante getuigenissen door de Krijgsraad genegeerd. “Ik ben daarom in verzet gekomen, omdat het evident is dat onvoldoende inzicht in de onderliggende psychologische factoren bij de genoemde omstandigheden aanwezig was. De vereiste forensische deskundigheid is wel voor het proces aangetrokken, maar de even dringend nodige psychologische expertise, helaas niet. Dit ondanks het ruime budget dat voor het strafproces beschikbaar is geweest. Bijgevolg was er vanaf de start van het proces geen andere optie dan om uit het volkomen ongerijmde, de vereiste voorbedachten rade te construeren.”

Tot slot benadrukte Bouterse, dat hij niet alleen verzet heeft aangetekend om het onrecht dat hem en de andere veroordeelden is aangedaan gecorrigeerd te krijgen, echter ook ter vermijding c.q. ter mitigering van de gevaarlijke consequentie van het gevoerde strafproces en de opgelegde vonnissen. “Deze gevaarlijke consequentie betreft de verlamming van de weerbaarheid van ons volk voor alle toekomstige pogingen van vijandige krachten om ons land met een vernietigende militaire actie binnen te vallen dan wel om ons op enige andere wijze kwaad te doen. Er mag terecht worden gevreesd dat dan niemand, zelfs niet de meest plichtsgetrouwe, vaderlandslievende militair, zal durven ook maar een vinger ter verdediging van ons land en volk uit te steken”, aldus Bouterse.

 

More
articles