Minister Armand Achaibersing van Financiën, zei gisteren in gesprek met de activisten Tessa Sendar, Stephano ’Pakkitow’ Biervliet en Amanda Sheombar, dat de staat niet meer in staat is goedkope US-dollars beschikbaar te stellen aan de oliemaatschappijen. “De olie-importeurs SOL en RUBIS hebben dollars nodig om brandstof te importeren, maar de dollars tegen SRD 7,52 voor de USD zijn niet beschikbaar. Als ze er waren, was er niets aan de hand, want dan was er ook geen unificatie nodig. De oliemaatschappijen hebben grote vorderingen op de staat als het gaat om het ter beschikking stellen van dollars tegen SRD 7,52 per USD. De vordering van de twee oliemaatschappijen lopen tegen 70 miljoen USD, waar we als staat niet aan kunnen voldoen”, zei Achaibersing.

De oliemaatschappijen zijn volgens de minister ook de markt opgegaan om hun dollars te bemachtigen tegen koersen op het niveau van de vrije marktkoers en dat koersverschil hebben ze mogen verrekenen met de governmenttake.

Dit heeft tot gevolg dat de governmenttake ook niet binnenkomt zoals die bedoeld was, omdat de oliemaatschappijen dollars moeten hebben om te kunnen importeren. “De regering moet dat faciliteren, anders krijgen we geen brandstof binnen, waardoor er schaarste ontstaat. De staat heeft met de unificatie van de wisselkoers de toestemming van de maatschappijen om op de vrije marktkoers te gaan, genormaliseerd. Dat betekent dat de olieprijs ook gebaseerd wordt op de koers van SRD 14,29. We komen er niet onderuit. We hebben een schuld van 70 miljoen USD tegen de koers van SRD 7,52 aan de oliemaatschappijen waaraan de staat niet kan voldoen”, stelde de minister.

Volgens Achaibersing zit zowel het volk als de regering met hetzelfde probleem. ‘’Het is daarom belangrijk dat wij het samen oplossen en dat kan niet als we tegenover elkaar staan’’, zei de minister. Hij gaf aan dat de economie al draaide op een koers van SRD 14. De prijzen zijn al gebaseerd op die koers, dus de prijzen van basisgoederen mogen niet toenemen en als dat toch gebeurt, moet dat minimaal zijn. ‘’Brandstof werd nog op basis van de koers van SRD 7,52 geïmporteerd, maar als zij importeren, moet je ze ook de dollars geven, maar die zijn er niet.”

De minister gaf aan dat als er geen import is, niemand kan rijden en dat er daarmee een groter probleem gecreëerd wordt. Het zou volgens hem dan kunnen dat we zoals in het verleden, weer in de rij moeten staan met bonnen om per week slechts 20 liter te tanken. Achaibersing zei dat de regering de brandstof zou kunnen subsidiëren, maar dat hij niet weet waar hij het geld vandaan zal halen als de staat niet eens geld heeft om salarissen te betalen. “We konden ook de belasting verhogen, maar zo pak je iedereen.”

Achaibersing zei dat er ook andere dingen worden gedaan, zoals de verhoging van de royalties en de verhoging van de exporttarieven voor hout en vis. “Mensen die corruptieve praktijken hebben uitgevoerd, zullen ook aangepakt worden, maar daarvoor moet de wet gevolgd worden. Als je iemand onterecht oppakt, krijg je een claim aan je broek.” Ook het saneren van het ambtenarenapparaat is al ingezet. “Elk ministerie moet met 15 procent bezuinigen. Men pakt het al aan, maar het is niet eenvoudig om ambtenaren met een beschikking op straat te zetten, want dan is er ook een probleem. Ook mensen die onterecht dubbele functies hebben, worden direct aangepakt met inachtneming van de wettelijke regelingen, want ik wil geen vonnis waarbij ik een bedrag moet betalen dat vele malen hoger is. Dan had ik het liever rustig aangepakt.”

De minister zei dat dingen niet worden gedaan om mensen onaangenaam te zijn, maar dat het noodzakelijke dingen zijn om de economie weer op poten te krijgen. “Anders vallen we verder terug en krijgen we situaties als Venezuela, waar mensen niets te eten hebben. Daarom hebben we jullie ondersteuning nodig om de mensen uit te leggen dat de dingen noodzakelijk zijn. We willen niet terug naar de situatie waar Suriname een paar jaar terug was waarbij mensen in rijen stonden voor producten”, aldus Achaibersing. Hij erkende dat de regering wel veel beter kan gaan communiceren met de bevolking. “Deze minister werkt niet voor een partij, maar voor het volk.”

-door Priscilla Kia-