De demissionaire regering Bouterse II heeft raadsadviseurs Eddy Jozelfsoon, Jules Wijdenboch en Errol Alibux die allen reeds een pensioen genieten, onder meer als gewezen president en gewezen minister,, nogmaals bevoordeeld met een ministerssalaris en daarbij behorende emolumenten. Recentelijk werden zij ook door de demissionaire president Bouterse benoemd tot landsdienaren. VHP-parlementariër Mahinder Jogi om een reactie gevraagd, zegt dat dit niet iets nieuw is. “Welke regering ook komt, die komt met haar mensen en die worden benoemd, hetgeen gepaard gaat met een loon”, aldus Jogi. “Het ligt geheel en al aan de inborst van de regeerder, of die een persoon benoemt.” Hij is echter van mening, dat men de wettelijke regelingen naast elkaar moet leggen, en zulke besluiten moet aanvechten. Volgens Jogi dient er een limiet geplaatst te worden voor zulke acties en dat er goed overwogen moet worden, alvorens je dergelijke besluiten neemt.
“Als persoon kan je aanvoelen, van wat kan en wat niet kan. Tot hier en niet verder”, benadrukt Jogi. Hij plaatst deze kwestie tegen de achtergrond, van het niet kunnen betalen van de salarissen en de vakantiegelden van ambtenaren. “Het is een gewoonte in elk land, dat men zijn eigen mensen tegemoet komt, en andere mensen daar de dupe van worden”, stelt Jogi.
Jogi verklaart, dat de wettelijke regeling gebaseerd moet zijn op een staatsbesluit. “Indien nodig, moet men besluiten kunnen aanvechten”, aldus Jogi. Wat de functie raadsadviseur inhoudt, is tot op de dag van vandaag niet duidelijk. Wat ze in hun functie als landsdienaren voor dit ministerssalaris gaan doen, is evenmin duidelijk. Critici zien deze benoeming door de demissionaire NDP-regering, als de zoveelste stap hun politieke vrienden nog snel even te accommoderen.
De resoluties, waarbij de arbeidsovereenkomst van de raadsadviseurs, die per 1 juli stopgezet moesten worden, zijn reeds opnieuw verzonden naar de Sectiechef Salarisadministratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken ter uitvoering.