Corruptiebestrijding – een (democratische) noodzaak

Het falen om corruptie te bestrijden draagt bij aan een wereldwijde democratische crisis, aldus Transparency International1 (TI) in een blog van januari 2019. Er zijn veel onderzoeken gedaan naar de effecten van corruptie. De grote gemene deler van de uitkomsten van die onderzoeken is dat corruptie de democratie in landen ondermijnt, een negatief effect heeft op de economische ontwikkeling, persvrijheid en vrijheid van meningsuiting onderdrukt en leidt tot onvoldoende transparantie naar de bevolking. Corruptie is niet nieuw. Al 2500 jaar geleden werden de nadelen van corruptie op de economische ontwikkeling onderkend in een Indiaas manuscript, de Arthshastra.

De Wereldbank schat dat de wereldwijde kosten van corruptie kunnen oplopen tot 1.000 miljard dollar. Die kosten zijn onder meer het gevolg van de slechte kwaliteit van de economische en sociale infrastructuur, slechte dienstverlening door de overheid, toename van milieuvervuiling, toename van de criminaliteit, verdieping van de armoede en verlaging van de attractiviteit van een land voor (buitenlandse) investeerders. De bevindingen van de Wereldbank worden ondersteund door onderzoeksresultaten van de Verenigde Naties en van de OECD.

Corruptie kan worden gedefinieerd als het misbruik maken van een positie met als doel daar een voordeel mee te behalen. De voordelen vloeien in de meeste gevallen rechtstreeks naar individuen die in een machtspositie zitten. Zij verrijken zichzelf, hun familie (nepotisme) en hun vrienden (cronyisme). De Surinaamse hoogleraar Prof. Dr. Marten Schalkwijk gaf op 23 februari 2019 in NRC Handelsblad aan dat het in Suriname gaat om circa 10 families die verantwoordelijk zijn voor de kosten van corruptie oplopend tot 2 miljard dollar. Vanuit een economisch perspectief is het duidelijk dat corruptie leidt tot hogere inkoopprijzen die weer uitmonden in hogere prijzen voor allerlei artikelen in de winkel. De kosten van corruptie worden doorbelast aan de consument, aan de bevolking, die daar doorgaans geen enkel voordeel van heeft. Economisch zijn het “kosten” waar geen enkele bate tegenover staat. In de oude Amsterdamse School voor bedrijfseconomie zou men zeggen dat het gaat om “verspillingen”.

Investeerders zullen terughoudend zijn om te investeren in landen met een hoge graad van corruptie. Hoewel…, sommige investeerders maken een eenvoudige berekening. Zolang de verwachte opbrengsten opwegen tegen de extra corruptiekosten van de investeringen, zijn sommige investeerders bereid om die corruptiekosten te betalen. Dit betekent concreet dat politici, ambtenaren en anderen, zowel in het publieke als in het private domein, worden omgekocht waarbij de kosten van het omkopen als kostprijs van de investering worden gezien. Het hoeft weinig betoog dat een dergelijke benadering van investeerders vanuit een ethisch perspectief, verwerpelijk is. De Griekse filosoof Plato (427 v. Chr. – 347 v. Chr.) stelde: “Geschenken kalmeren goden en overtuigen tirannen”.

De gevoeligheid voor corruptie neemt toe wanneer één of enkele personen een machtspositie heeft/hebben en een kleine groep van personen discretionaire beslissingen kan nemen. Dit zijn beslissingen die naar eigen inzicht worden genomen, vaak zonder enige vorm van tegenspraak. De beslissingen dienen te worden opgevolgd. De machtspositie, vaak een vorm van monopoliemacht, gecombineerd met discretionaire beslissingsbevoegdheid, leidt tot een toename van corruptie.

De gevoeligheid voor corruptie neemt af, ofwel de tegenkracht, wanneer verantwoording moet worden afgelegd. In een corruptie omgeving wordt niet of nauwelijks verantwoording afgelegd. Er wordt verhuld of in wollige en nietszeggende taal gesproken. In een samenleving wordt verantwoording doorgaans afgelegd in de volksvertegenwoordiging en wordt deze gecontroleerd door een onafhankelijke Algemene Rekenkamer, toezichthoudende instanties en/of onafhankelijke accountants.

De tweede tegenkracht voor corruptie is transparantie, ofwel is het handelen van machthebbers duidelijk en helder. Het is de vraag in hoeverre de volksvertegenwoordiging inzage heeft in de details van de overheidsbestedingen, deze begrijpt en erop kan inspelen en in hoeverre die details helder zijn voor de bevolking in het algemeen. Toegang van de onafhankelijke pers tot informatie, de vrijheid om erover te mogen publiceren en er een mening over te mogen uiten, zijn belangrijke factoren die corruptie dempen.

Elk jaar wordt de graad van corruptie in landen gemeten door TI en samengevat in de Corruption Perception Index (CPI). De meest recente CPI is die van 20182, waarin Suriname op een gedeelde 73ste plaats staat, tussen Zuid Afrika en Tunesië met een score van 43. De theoretisch maximum score is 100. Denemarken, het minst corrupte land in de wereld, had een score van 88. Bij de presentatie van de CPI 2018 gaf TI aan dat tweederde van het aantal landen in de wereld een score haalde van minder dan 50. Dit duidt erop, aldus TI, dat het bestrijden van corruptie en het verbeteren van het democratische proces in die landen niet voldoende is gelukt.

Wat opvalt is dat veel ontwikkelingslanden en landen met een onderontwikkeling slecht scoren in de CPI. De studies van de Wereldbank, de Verenigde Naties en de OECD wijzen uit dat verlaging van corruptie leidt tot 1) een beter democratisch bestel en 2) tot een welvarender economie. De aanpak van de corruptie zal om die redenen een hoge prioriteit verdienen voor de nieuwe regering van Suriname. Het wordt een uitdaging. Om met Plato te eindigen: “Deugd is eervol maar moeilijk, ondeugd is gemakkelijk en winstgevend”.

7 mei 2020

Prof. Dr. Peter Diekman RA

Hoogleraar Corporate Governance

Anton de Kom Universiteit van Suriname

More
articles