Toen Bouterse tijdens een grote partijvergadering van de NDP aangaf, dat het overgrote deel van Suriname niet bij is, en stelde  “we siki in a kondre disi”, had niemand gedacht, dat hij even de kluts kwijt was. De president gaf in een video opname waarin hij het volk toesprak aan, dat het van belang is, dat in deze crisis vooral de “kleine man” (hosselaars) en muzikanten worden ondersteund. Wat?!! Dus alle belastingafdragenden worden overgeslagen en er wordt slechts steun geboden aan degenen die het systeem moedwillig ondersteunen. Terwijl het bedrijfsleven aan het verzuipen is en de prijzen in de winkels dagelijks omhoog gaan, wensen wij in Suriname slechts een groep te ondersteunen, die er al sinds jaar en dag van op de hoogte is, dat muziek een hobby is. Dus er wordt niet gedacht aan het personeel van alle ondernemingen bijvoorbeeld uit de horeca dat al geruime tijd zonder inkomsten zit? Er wordt niet gedacht aan de crèche-leidsters en schoolbuschauffeurs, die worden geconfronteerd met massale afschrijvingen en die wel zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken? Maar gasten die de stad ontsieren met hun “mami gowtu bai” en lieden die met hun bekende nummers de jeugd verder aan het verpesten zijn? Het gaat ons verstand te boven, dat ene D. (artiest) in de pers verschijnt, als te zijn ingeschreven bij het ministerie van Handel en Industrie en op grond daarvan, uit een potje wil mee-eten in deze crisisperiode. Die gast schaamt zich totaal niet. Deze muzikanten hebben haast elk weekend een optreden ergens, en zijn geld aan het verdelen aan jeugdigen van het vrouwelijke geslacht die bereid zijn obscene handelingen te plegen ten overstaande van het publiek liever een appeltje voor de dorst kunnen houden. Belachelijk is het, wanneer gasten die niet werken aan de opbouw van het land, wensen mee eten uit een potje, waarin er totaal geen inbreng van hen is, en dit ook nog wordt ondersteund door onze eerste burger. Meneer popie is uit de kast gehaald hè en we gaan alles doen om te winnen. Tuurlijk moeten we volgens de eerste burger ondersteunen. Hij is de enige die nog voor ondersteuning kan zorgdragen.