Het Nationaal Informatie Instituut (NII) heeft in een persbericht meegedeeld dat de aanmaak van de eerste e-ID voor de komende zes maanden gratis is. “Burgers kunnen de komende zes maanden kosteloos hun oude identiteitskaart vervangen voor een e-ID. Aan burgers van 16 tot 17 jaar die voor het eerst een e-ID maken, wordt de kaart eveneens kosteloos verstrekt. Na het verstrijken van de periode van zes maanden zal de burger wel SRD 75 moeten betalen voor een e-ID en waar nodig ook de boete (bijvoorbeeld bij verlies)”, aldus het NII.
NPS-parlementariër Marlon Budike, zegt desgevraagd dat de wet duidelijk stelt dat een ieder die voor het eerst een e-ID gaat maken, daar niets voor hoeft te betalen.
De overgangsregeling is gesteld op drie jaar waarbij burgers in de gelegenheid gesteld worden hun oude identiteitskaart te vervangen. In de overgangsregeling zal er gewerkt worden aan de optimale benutting van de nieuwe e-ID. De duur voor het in aanmerking komen van de e-ID is gesteld op maximaal 30 dagen.
Het bevreemdt Budike dat het NII een persbericht lanceert met de mededeling dat alleen de eerste zes maanden de aanmaak van een e-ID gratis is. Hij zal dit aan de orde brengen in het parlement. Opmerkelijk is dat in het bericht van het NII als bijlage een bekendmaking is, waarin gesteld wordt dat de eerste aanmaak kosteloos is tot en met 2022.
Budike merkt op dat de e-ID ons land enorm veel geld heeft gekost en zal kosten. Hij geeft aan dat voor het project een lening is afgesloten, daarnaast zal om de vijf jaar de server vernieuwd moeten worden. Hij geeft aan dat de regering nu al geen geld heeft om de staatshuishouding adequaat te draaien. Budike voorziet dat de eerstvolgende regering opgezadeld zal zitten met de kwestie van de e-ID. “De eerstvolgende regering zal niet alleen de lening moeten betalen, maar ook de kosten voor het vernieuwen van de server.”
Een e-ID is vijf jaar geldig. Budike geeft aan er een voorstander van te zijn dat de geldigheid wordt opgetrokken naar tien jaar, zodat de kosten gedrukt kunnen worden. Hij zegt dat het probleem bij het maken van wetten is, dat in bijna elke wet staat dat die bij staatsbesluit gewijzigd kan worden. Hij zegt dat hierdoor de regering de gelegenheid heeft om naar eigen inzicht wijzigingen te brengen in de wet. “Je laat als parlement dan open gaten in de wet”, zegt Budike. Hij benadrukt dat het parlement een standpunt moet innemen in deze kwestie.
door Johannes Damodar Patak
