De persvrijheid is het afgelopen jaar in Suriname er niet op vooruit gegaan, wereldwijd bezien is er echter een flinke verslechtering opgetreden, waardoor ons land twee plaatsen is gestegen in de gistermorgen uitgekomen persvrijheidsmonitor van de internationale organisatie Reporters Without Borders (RWB). Suriname wordt dit jaar wederom beoordeeld met een score van 18,2 en stijgt van plek 31 naar positie 29, mede vanwege het feit dat in tweederde van de 180 onderzochte landen RWB een verslechtering constateerde van de vrijheden van journalisten.
Het RWB plaatst op zijn website kanttekeningen rondom onder meer het decemberstrafproces, een claim van 230.000 euro van ex-minister Ramon Abrahams van Openbare Werken tegen het magazine `Parbode’ en de interventie van toenmalig vice-president Ram Sardjoe in het actualiteitenprogramma `Suriname Vandaag’ in 2007. De gerenommeerde internationale persvrijheidwaakhond, Freedom House, maakte in een eerder rapport er overigens expliciet gewag van dat Suriname in het laatste onderzoeksjaar de sterkste daler in de Amerika’s was. Ons land daalde in het ‘Freedom of the Press 2014’ scherp, door de perswaakhond werd gerapporteerd dat onze terugval te wijten was aan een gebrekkige uitvoering van de grondwettelijke garanties en wetten ter bescherming van de persvrijheid, het vaker hanteren van lasterwetgeving tegen journalisten alsmede de preferentiële distributie van overheidsadvertenties.
Ingewijden weten dat sommige mediahuizen met een substantieel groter aanbod van overheidsadvertenties worden bevoordeeld. Daarentegen komen mediahuizen die een kritische toon aanhouden jegens de overheid, aanzienlijk minder in aanmerking voor overheidsadvertenties. Daarenboven hebben media die kritiek hebben op de regering, vaak grotere moeite om hun gelden te ontvangen voor gepubliceerde advertenties. Net als in veel landen, geldt ook in Suriname de overheid als één van de grootste klanten als het aankomt op advertenties. Overheden willen wel eens misbruik maken van deze positie.
In de voorbije jaargang werden 3719 schendingen van de vrijheid van informatie geteld, een stijging van acht procent, blijkt uit het RWB-rapport. Die stijging wordt veroorzaakt door terroristische groeperingen als de Islamitische Staat (IS) in Syrië en Irak en Boko Haram in bijvoorbeeld Nigeria, Tsjaad en Kameroen. Ook is te zien hoe de regionale verschillen in persvrijheid tussen landen steeds groter worden. De situatie verslechterde vooral op de Balkan. In Scandinavië is de situatie wel goed: Finland, Noorwegen en Denemarken vormen de top drie.