Op 15 augustus 2017 heeft de speciale rapporteur van de Verenigde Naties inzake de onafhankelijkheid van rechters en advocaten in de wereld, de heer Diego García Sayán, een internationale persverklaring uitgegeven. In die verklaring uit hijaan de wereldgemeenschap zijn “bezorgdheid” met betrekking tot de voortgang van het 8 december “moordenproces” in Suriname, waarin “de President” van Surinamein persoon zelf “verdachte” is, aldus de persverklaring.
Onafhankelijke deskundigen
Speciale rapporteurs worden door de Verenigde Naties aangesteld als onafhankelijke deskundigen die niet in dienst zijn van een land en ook niet van een organisatie en die onbetaald hun werk doen. Zij onderzoeken mensenrechtenschendingen en rapporteren daarover aan de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties. Speciale rapporteurs hebben een onberis-pelijke staat van dienst en behoren tot de meest gezaghebbende personen binnen de Verenigde Naties. Diego García Sayán is in december 2016 aangesteld als speciale rapporteur.
Bedreigingen rechterlijke onafhankelijkheid
In de verklaring spreekt Diego García Sayán onder meer zijn bezorgdheid uit overde “herhaalde pogingen om in het (8 december) strafproces in te mengen of het te vertragen” en veroordeelde hij “de bedreigingen van de rechterlijke onafhankelijkheid en de herhaalde vertragingen in de zaak tegen President Desiré Delano Bouterse”.
De speciale rapporteur stelt verder in zijn verklaring dat “een verzuim om de mensenrechtenschendingen te onderzoeken en de daders te veroordelen, in strijd zou zijn met internationale rechtsinstrumenten”, en dat “het ontbreken van een eerlijk en goed proces inzake de moorden van 1982 ook het recht van de slachtoffers en hun families op de waarheid in gevaar brengt, evenals de algemene strijd tegen straffeloosheid in de regio en wereldwijd”.
Volgens de speciale rapporteur is “het de verplichting van de staat om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te respecteren en te waarborgen dat de rechters zaken onpartijdig kunnen beslissen, zonder enige onjuiste invloed, druk, bedreigingen of inmenging door de uitvoerende of de wetgevende macht”.
Tenslotte stelde de speciaal rapporteur dat “De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, zoals vastgelegd in de Grondwet van Suriname, evenals in diverse internationale mensenrechten-instrumenten, door de staat moet worden gewaarborgd, met name bij het omgaan met ernstige mensenrechtenschendingen.”
Zuivere inmenging
In de verklaring van de speciale rapporteur staat in niet mis te verstane woorden niets anders dan wat de 8 december nabestaanden sinds de aanname van de Amnestiewet 2012 herhaaldelijk hebben gesteld, namelijk dat De Nationale Assemblee (DNA) en de regering Bouterse zich in strijd met verdragen en de Grondwet, inmengen in het 8 decembermoorden strafproces, enkel en alleen om de hoofdverdachte te vrijwaren van vervolging en zo nodig bestraffing.
Maar niet alleen voor de nabestaanden, doch voor iedere weldenkende Surinamer is het duidelijk dat (I) de Amnestiewet 2012, (II) de verkeerde toepassing van artikel 148 van de Grondwet en (III) het bedreigen van de Procureur-Generaal met ontslag, zuivere inmengingen zijn in het 8 decembermoorden strafproces.
Die inmenging is echter niet beperkt tot het misbruik van staatsrechtelijke instrumenten. Zo heeft het Kabinet van de President een andere moordverdachte en een buitenlandse huurling gecontracteerd om de 8 december nabestaanden systematisch te bekladden en vooral de rechterlijke macht in Suriname te bedreigen. Via de staatsmedia worden deze moordverdachte en huurling volop in de gelegenheid gesteld om de rechterlijke macht in Suriname te beschuldigen van “misbruik van hun bevoegdheid” en te belasteren dat zijslechts “de politiek” en het “kolonialisme” dienen. In een ongekende propaganda campagne wordt via de staatsmedia opgeroepen om de rechterlijke macht “aan te pakken”. Het is duidelijk dat dit alles niet onopgemerkt is gebleven voor de speciale rapporteur Diego García Sayán.
Duidelijk signaal
De verklaring is daarom een duidelijk signaal naar de regering Bouterse dat de wereld gemeenschap het 8 decembermoorden strafproces nauwlettend in de gaten houdt. Tegelijkertijd is het een steun in de rug voor de Surinaamse rechterlijke macht, die het doelwit is geworden van bedreigingen door personen met staatsmacht belast en door hun ingezette huurlingen.
Zeer opvallend en nog meer te betreuren, is het feit dat de speciale rapporteur erop wijst dat het gedrag van de Surinaamse regering en DNA ook “de strijd tegen straffeloosheid in de regio en de wereld” in gevaar brengt. Daarmee wordt de internationale dimensie van het 8 decembermoorden strafproces expliciet benadrukt en wordt het internationaal aangezicht van Suriname ernstig geschonden.
Officiële verklaring regering
Op 18 augustus 2017 heeft de regering van Suriname onder leiding van de President tegen wie in persoon in het 8 decembermoorden strafproces 20 jaar gevangenisstraf is geëist, een “officiële verklaring” uitgegeven als reactie op de verklaring van de speciale rapporteur.
“De Regering heeft met grote verontwaardiging kennis genomen van de publicatie afkomstig van de Special Rapporteur” en “protesteert tegen deze eenzijdige vorm van berichtgeving, die als enig doel schijnt te hebben Suriname in een kwaad daglicht te stellen. Diego García Sayán treedt buiten zijn mandaat door een zeer subjectieve benadering en houding ten toon te stellen, en op deze wijze Suriname beticht van pertinente leugens betreffende zaken betrekking hebbende op de 8 december 1982 gebeurtenissen.”
“In tegenstelling tot wat de Special Rappor-teur aangeeft, heeft de Surinaamse Regering noch De Nationale Assemblee de rechterlijke macht op enige wijze gehinderd in het op onafhankelijke wijze uitoefenen van hun werkzaamheden”, aldus de officiële reactie van de regering Bouterse.
Olie op het vuur
Deze reactie van de regering Bouterse is helaas olie op het vuur, hetgeen er ongetwij-feld toe zal leiden dat de bezorgdheid in de wereld alleen maar toeneemt, niet zozeer vanwege het ondiplomatieke taalgebruik tegen een gezaghebbende VN-rapporteur. De bezorgdheid zal vooral toenemen, omdat de regering Bouterse in haar “officiële verklaring”, uit kennelijke woede, vergeten is de internationale gemeenschap te garanderen dat de regering van Suriname er alles aan zal doen zodat de rechters in het 8 december-moorden strafproces “ongehinderd en zonder bedreigingen en vertragingen” hun werk kunnen doen. Het is te hopen dat die verklaring alsnog komt.
Mr. Hugo A.M. Essed