Gisteren was het precies 151 jaar geleden dat de eerste volksvertegenwoordiging van Suriname, in een eerste zitting bijeenkwam op 8 mei 1866. In dit kader zegt Arnold Kruisland, oud-diplomaat tevens politicus, dat het niveau van het parlement is gedaald.
Na de verkiezingen van april 1866, kwam deze volksvertegenwoordiging onder de naam ‘Koloniale Staten’ voor het eerst bijeen. “Het parlement van vroeger was een weerspiegeling van intellectuelen. De parlementariërs waren geen jaknikkers, ongeacht of zij in de coalitie of oppositie zaten, wisten ze de regering kritisch te begeleiden en het belang van het volk stond centraal”, zegt Kruisland.
Als Kruisland kijkt naar de ontwikkelingen van het parlement, zegt hij dat het niveau van het parlement door de jaren heen is gedaald doordat er vrees is gaan heersen: “De meeste parlementariërs zijn jaknikkers geworden uit vrees dat ze niet meer op de lijst geplaatst worden.
Zij dienen niet meer het belang van het volk, maar van zichzelf of van de partijleiding. De regering beschermen is nu prioriteit geworden.”
Hij geeft aan dat het allemaal is begonnen bij het feit dat partijen zelf kandidaten op de lijst plaatsen. “Mensen die het volk willen vertegenwoordigen, moeten zich eerst binden aan een politieke partij, terwijl dat vroeger niet zo was”, zegt Kruisland. Volgens hem hebben partijbelangen en persoonlijke belangen deuren geopend voor het vrij overlopen naar andere partijen, waarbij bescherming van de partij de Terugroepwet nutteloos heeft gemaakt.
“Het parlement is achteruit gegaan doordat er niet genoeg ruimte wordt geboden aan parlementariërs om hun mening te geven. De voorzitter vertegenwoordigt alleen de regering, kritiek van de oppositie wordt afgeblazen met terugdraaiing van het knopje en er is een duidelijke partijdigheid”, haalt Kruisland aan.
Verder zegt hij dat de minachtende houding van de president naar het parlement toe de zaak niet beter maakt. “Hij schroomt niet om afwezig te zijn en de voorzitter eist ook niet dat hij aanwezig is. Belangrijke vergaderingen worden niet eens verdaagd, ze gaan gewoon door zonder de president of de ministers, terwijl dat vroeger niet gebeurde”, aldus Kruisland.
Zijn boodschap naar de coalitie is dat zij de regering kritisch moeten begeleiden, zodat de belangen van het volk gewaarborgd blijven. “De coalitie is in staat meer positiefs te doen dan wat Bouterse wil”, vindt Kruisland. Wat de oppositie betreft, zegt hij dat ze actiever moeten zijn in het parlement en dat ze een niet al te grote tolerantie moeten hebben als zaken niet goed gaan. Hij roept ze op met moties te proberen om verandering te brengen, ongeacht of deze afgewezen zullen worden of niet.
door Priscilla Kia