US State Department kritisch over investeringsklimaat Suriname

Het US State Department heeft in haar recent uitgekomen rapportage ‘Suriname Investment Climate Statement 2015’ diverse kritische kanttekeningen geplaatst met betrekking tot het investeringsklimaat in ons land. De Amerikanen maken er gewag van, dat momenteel grootschalige investeringen worden gepleegd in onze mijnbouw – en aardoliesector, zo steekt de Amerikaanse multinational Newmont  US$ 1 miljard in  een goudmijn die operationeel wordt tegen het einde van 2016, en nemen Amerikaanse bedrijven deel in offshore olie-exploratie projecten. Kwesties waar evenwel kritisch naar moet worden gekeken, zijn  onder meer gebrek aan capaciteit bij de overheid, corruptie en een gebrek aan hoogopgeleide arbeidskrachten. Voorts is het screeningsmechanisme van de overheid niet transparant genoeg als het gaat om investeringen, hetgeen een belemmering vormt voor investeerders. Het gerechtelijk systeem kampt met een tekort aan rechters en grote achterstanden en rechtszaken kunnen zich jaren voortslepen. Uitkomsten van lokale juridische geschillen nemen meestal tussen een maand en drie jaar in beslag, afhankelijk van de complexiteit van de zaak en de bereidheid van partijen om samen te werken.

Een ander heikel punt betreft het waarborgen van de intellectuele eigendomsrechten, waar geen verbetering in is gekomen. Namaakgoederen komen het land binnen en worden op de lokale markt verkocht. Suriname houdt dit echter niet bij en rapporteert ook geen inbeslagnames van namaakgoederen. Er zijn weinig signalen vanuit de overheid dat er enige interesse is in het handhaven van een verbod op namaakartikelen, meent het Department. “The government does not use transparent policies and has no effective laws in place to foster competition and establish “clear rules of the game.” Suriname has a draft competition law; however, the National Assembly has yet to vote on the measure”, luidt een andere kritiek van het Amerikaans ministerie van Buitenlandse Zaken. In het rapport wordt er ook op gewezen dat de nationale wetgeving ter bescherming van de werkgelegenheid gecategoriseerd kan worden als een van de strengste ter wereld. Arbeidswetten, bijvoorbeeld, verbieden het werkgevers om een werknemer te ontslaan zonder de toestemming van het ministerie van Arbeid, zodra de werknemer heeft voldaan aan zijn of haar proeftijd, die door de wet is beperkt tot twee maanden. Het State Department tekent eveneens op, dat de anticorruptiewetten van Suriname verouderd zijn en dat De Nationale Assemblee nog altijd moet delibereren over een bijgewerkt wetsontwerp.

More
articles