In nasleep van de verkiezingen, klinken er al geluiden dat de nieuwe regering inzet op versterking van het sociaal beleid. Het klinkt misschien goed, want sociaal beleid voeren, betekent dus meer aandacht voor de zwakkeren, herintroductie van pakketten, misschien zelfs heroverweging van subsidies. Maar laten we eerlijk zijn, we kunnen ons dat simpelweg niet meer veroorloven. Suriname bevindt zich nog in een economische herstelperiode. De reserves zijn krap, de schulden zijn nog steeds aanwezig en de grote inkomsten van olie zijn nog jaren van ons verwijderd. In grote lijnen is het terugvallen op een ouderwets model van ‘geven zonder terug te krijgen’, een gevaarlijke zet. Sociaal beleid dat niet gekoppeld is aan productiviteit en een goed verdienvermogen, is geen beleid, maar slechts symptoombestrijding.
We hebben inmiddels geleerd, dat structurele uitgaven zonder structurele inkomsten leiden tot begrotingstekorten, valutaproblemen en verdere verarming. Subsidies op brandstof, gas of basisgoederen, lijken op korte termijn aantrekkelijk, maar drukken op de begroting en houden hervormingen tegen, die ons op lange termijn uit de heersende economische kwetsbaarheid, kunnen halen. Het is dan ook verfrissend en hoopgevend dat NDP-voorzitter Jenny Simons, de mogelijke nieuwe president, heeft aangegeven, dat er in de komende drie jaar geen sprake zal zijn van geldverbrassing. Dat moet ze dan wel waarmaken. Die belofte mag geen belofte blijven of kreet zijn, om de financiële markten of internationale partners gerust te stellen, maar een leidraad zijn in het beleid van deze aankomende regering. Sociale bescherming is belangrijk, maar moet hand in hand gaan met economische versterking. Mensen moeten niet alleen geholpen worden, maar ook in staat gesteld worden, zelf hun bestaan op te bouwen. Dat betekent investeren in werkgelegenheid, training, ondernemerschap en productiviteit, en zeker niet alleen in pakketten en subsidies. Een sociaal beleid zonder een degelijk economisch fundament, is als een huis bouwen op los zand. De samenleving verdient meer dan een tijdelijke verlichting.