Oma Lotje is er niet meer

Herinneringen aan inspecteur Gooding nog wel

Op 6 augustus 1999, negen jaar na de moord op haar zoon, de manmoedige inspecteur Herman Gooding, publiceerde `de Volkskrant’ een uitgebreid interview, geschreven door Stieven Ramdharie met Oma Lotje, de moeder van het slachtoffer. “Iedereen moet zijn straf uitzitten, waarom Bouterse dan niet?” vroeg Oma Lotje zich toen af. Ze geloofde toen nog dat Desiré Bouterse, volgens haar de hoofdverantwoordelijke achter de dood van de politieman, eens in de gevangenis zou belanden. Ze had graag willen weten hoe het er precies aan toe was gegaan, wie hem wat had gezegd, wie hem eventueel had bedreigd of geslagen en wie de trekker had overgehaald. Ondertussen is Oma Lotje er ook niet meer, het is 25 jaar na de moord, en Bouterse begint aan een tweede termijn als president. Steeds minder mensen geloven dat hij ooit wordt berecht, vooral nu hij ook nog kan schermen met een amnestiewet. Lees hieronder het artikel van de Volkskrant van 6 augustus 1999, onder de kop ‘Juist nu mist Oma Lotje haar zoon’.

JUIST NU MIST OMA LOTJE HAAR ZOON

‘Negen jaar geleden werd haar zoon, politie-inspecteur Herman Gooding, vermoord gevonden bij Fort Zeelandia. Hij was bezig met een onderzoek naar de Surinaamse militairen en stuitte op drugs.

Gooding‘OMA Lotje’ houdt zich soms kranig, soms kan ze stevig huilen. Schreeuwend wil ze dan het erf op rennen. ‘Het is hard, meneer, vreselijk hard.’ Dood nerveus beweegt Charlotte Gooding het rechterbeen als ze staart naar het portret van Herman op de salontafel. Negen jaar al wacht zij, de moeder van een Surinaamse politie-inspecteur die de coke bazen tartte, op Desi Bouterse’s boete doening. En op de waarheid. Oma lotje weet dat ze wellicht nog lang zal moeten wachten. Maar ooit, meent de diepgelovige creoolse vrouw, komt de dag dat de vermeende opdrachtgever van de moord op Herman rekenschap zal moeten afleggen. Bouterse moet, het liefst nog voor haar dood, bloeden. Gooding (76): ‘Wanneer je kwaad hebt gedaan, zal je ooit je straf moeten accepteren. In dít leven. En niet als je in de hemel bent. Ik verzeker u: ooit wordt duidelijk wat Bouterse’s rol was bij de dood van mijn Herman.’Suriname’s nationale bloem, de felrode faja lobie, is gedrapeerd rond het portret van de hoofdinspecteur. Negen jaar was het donderdag geleden dat Gooding, belast met gevoelige onderzoeken naar Surinaamse militairen, vermoord werd gevonden op de stoep van Bouterse’s hoofdkwartier in Fort Zeelandia. Jaren van wroeten was Gooding fataal geworden: hij onderzocht de betrokkenheid van militairen bij de moord op bosnegers in Moiwana (1986) en hij bemoeide zich met de vondst van een enorme partij drugs in Moengo. Anderhalve week staakte het Surinaamse politiekorps, want ze waren er heilig van overtuigd dat het leger achter de moord zat. Gooding was enkele uren voor zijn dood immers in Fort Zeelandia voor overleg over een ruzie tussen agenten en leden van de militaire politie? Het onderzoek liep een maand later op niets uit. Het Openbaar Ministerie stuitte op een ‘blinde muur’ van weigerachtige getuigen en intimidatie. Wat volgde was stilte, jarenlang. Suriname vergat oma Lotje en Goodings werk. Tot moeder Gooding vorige week, verontrust over de aanhouding van ambtenarenleider Ronald Hooghart, bij het politiebureau schreeuwde om de arrestatie van het koppel Bouterse-Bosje. De bejaarde vrouw werd door Hooghart genoemd als voorbeeld hoe de ouderen in het Suriname van Wijdenbosch aan hun lot worden overgelaten. Juist in deze benarde tijden mist ze Herman, die alles voor haar over had. Charlotte wacht al maanden op haar AOW-uitkering van mei. Een schamele vijftig Nederlandse guldens. Om te kunnen overleven moest ze gaan werken. Nota bene op haar leeftijd. Ze strijkt kleding, onder meer voor een oud-minister. Nee, ze wil beslist niet klagen. Want ze hoeft, zoals zoveel oudjes, niet slechts rijst met olie of peper te eten. ‘Bouterse is stinkend rijk, maar wat doet hij voor de ouderen die het zo moeilijk hebben? Niets. Niet dat ik iets van hem zou aannemen. ‘Als de oud-legerleider op tv of op de radio is, draait oma Lotje meteen de knop om. Ze was ooit op een vergadering in haar buurt waar de oud-bevelhebber sprak. Een nicht van Bouterse vroeg haar na afloop te blijven voor een gesprek. Maar Charlotte verdween voortijdig. ‘Nooit, nooit zal ik met die man praten. ‘Waarom ze er toch zo heilig van overtuigd is dat Bouterse achter de moord op Herman zat? Een paar jaar terug kwam de dood van Gooding in een ander daglicht te staan: in het CoPa-drugsdossier beweert een ex-lijfwacht van Bouterse dat de ex-legerleider betrokken was bij het terughalen van een partij drugs uit een politiebureau. Gooding had de partij toen in beslag genomen. Charlotte: ‘Ik heb altijd tegen Herman gezegd: ”Stop met je werk, ga naar Nederland.” Maar hij was koppig. Hij zei: ”Of ik hier of in Nederland zit, ze gaan mij toch vermoorden. ”’Al die jaren heeft ze nooit meer iets van het politiekorps gehoord. De oude vrouw kan er flink kwaad om worden. Ze haalt diep adem om te voorkomen dat ze gaat huilen. ‘Nooit zijn ze hier geweest om te kijken hoe het mij gaat. Of ik het wel red. ‘Ze vraagt waarom Nederland Bouterse niet komt oppakken in Suriname. Ze zal dan feest gaan vieren. Charlotte: ‘Iedereen moet zijn straf uitzitten, waarom Bouterse dan niet? Hij ooit president van Suriname? Hou op. Een moordenaar en drugshandelaar wordt geen president.’

More
articles