De recente uitlatingen van dr. Vishnu Doerga, organisator van de International Business Conference (IBC) en voorzitter van de Kamer van Koophandel Suriname-Guyana (SGCC), zijn naar onze mening niet alleen ongepast, maar ook gevaarlijk voor de diplomatieke verhoudingen tussen Suriname en Guyana. Tijdens de conferentie in Paramaribo, deed Doerga een uitspraak die Suriname en zijn rechten op het betwiste Tigri-gebied in twijfel trok, door te stellen dat het Tigri-gebied “een integraal onderdeel is van het soevereine grondgebied van Guyana”, een verklaring die absoluut niet in lijn is met het standpunt van Suriname.
Doerga’s opmerkingen, die geen enkele autoriteit of formele erkenning vertegenwoordigen, roepen terecht verontwaardiging op. Het Tigri-gebied is een territoriaal conflict tussen Suriname en Guyana, dat al decennialang speelt. Dit gebied wordt door Suriname geclaimd als onderdeel van ons grondgebied, een standpunt dat internationaal erkend wordt, en dat in de nationale en internationale politiek, zorgvuldig wordt verdedigd. Het is volstrekt ongepast voor een zakenman, die geen officiële rol heeft in het buitenlandbeleid van Suriname, om zulke verregaande uitspraken te doen die bovendien de soevereiniteit en territoriale integriteit van ons land, ondermijnen.
Doerga’s verklaring na de conferentie, is een verontrustende verwarring van zakelijke belangen met diplomatie. De SGCC is geen politiek orgaan en Doerga is geen vertegenwoordiger van de Surinaamse overheid in grenskwesties. Dat hij zich een dergelijke autoriteit toekent, is niet alleen ongepast, maar kan de delicate diplomatieke betrekkingen tussen Suriname en Guyana verder schaden.
Het is dan ook goed dat Doerga zijn excuses heeft aangeboden, maar zijn uitlatingen kunnen niet zomaar worden afgedaan als een misverstand. In een tijd waarin de spanningen tussen Suriname en Guyana over het Tigri-gebied opnieuw oplaaien, kunnen dergelijke ondoordachte uitspraken, niet zonder gevolgen blijven. Het is van cruciaal belang dat iedereen die zich uitspreekt over dit grensgebied, zich bewust is van de gevoeligheden en de impact van hun woorden, vooral als ze geen officiële bevoegdheid hebben om het standpunt van het land te vertegenwoordigen.
De kwestie van het Tigri-gebied is een zaak van de Surinaamse regering, niet van een zakelijke organisatie. Doerga moet zich dan ook beperken tot zijn rol als ondernemer, en zich onthouden van politieke uitspraken over een gebied waar hij geen enkele bevoegdheid over heeft. Het is duidelijk dat zijn woorden niet representatief zijn voor het standpunt van Suriname, en dat zijn persoonlijke opvattingen hierover het diplomatiek klimaat alleen maar verder kunnen verstoren.
In plaats van zich met grenskwesties te bemoeien, zou Doerga beter kunnen zorgen voor het stimuleren van de economische samenwerking tussen Suriname en Guyana, iets waar zijn organisatie daadwerkelijk invloed op kan uitoefenen. Zakenmensen die geen verantwoordelijkheid dragen voor de belangen van de Surinaamse staat, dienen de discussie over dit gebied niet te voeren, dat is voorbehouden aan diplomaten en politieke leiders.
Het Tigri-gebied is en blijft van Suriname, en deze vastberadenheid moet niet alleen op het politieke toneel, maar ook in de publieke sfeer benadrukt worden. Doerga zou zich moeten realiseren dat hij niet in de positie is om zulke uitspraken te doen over de soevereiniteit van Suriname. Het is tijd voor duidelijkheid en vastberadenheid in de verdediging van ons grondgebied.