Er zijn formatiefouten gemaakt die ons inzage geven in hoe er geregeerd zal worden als de partijen die nu handjes vasthouden, inderdaad samen aan de startlijn verschijnen. Laten we wel wezen: de presumptieve president-elect is niet in het huwelijksbootje getreden, nadat journalisten hebben gezegd dat er geen first-gentleman is en er geen nieuwe ministeries geschapen zijn om politieke chanteurs mee te krijgen. Ook heeft zij in ferme taal geweigerd beloftes te doen en heeft een slag om de arm gehouden, door nu al aan te kondigen, niet exact te weten wat aangetroffen zal worden. De sobere toon van mevrouw Simons staat in schril contrast met de bombarie van Santokhi vijf jaar geleden. Desondanks kunnen we niet over het hoofd zien dat de formatie op de manier zoals die verloopt, constitutionele volwassenheid, politiek-bestuurlijke rust en een pad naar duurzame stabiliteit, niet ten goede komt. Beide zijden van het gangpad hebben daar een aandeel in en geen van beiden laat zich van zijn beste kant zien, deze dagen.
Uitslag niet afwachten
Het is gezond voor een democratie dat de winnaars een slag om de arm houden, zolang resultaten niet definitief zijn en de niet-winnaars (want democratie behoort geen verliezers te kennen) een woord van eenheid en acceptatie doen klinken, wanneer de voorlopige richting betrouwbaar bekend lijkt te worden. Het zou een zittende president gesierd hebben als een woord van acceptatie van in ieder geval het significante zetelverlies, uitgesproken was. In plaats daarvan stookt Santokhi en voedt hij vlammen bij de achterban op een manier die zelfs Bouterse, rondom de tijd van uitslag, nooit gedaan heeft. Hij weigert columnisten, influencers en zelfs partijtoppers terug te fluiten, als het om de meest vergaande uitspraken, beledigingen en polariserende taal gaat, in meerdere gevallen zelfs langs etnische lijnen. Langtermijndenken en historisch besef zouden een staatsman kunnen hebben gemaakt van een politicus, maar Santokhi heeft met zijn houding van resultaten in twijfel trekken en vastklampen aan wat de kiezer hem niet langer toevertrouwt, die gelegenheid aan zich voorbij laten gaan.
Overslaan en buitensluiten
De NDP op haar beurt en Simons in het bijzonder, hebben van hun zijde niets gedaan om de gemoederen te temperen of structuur en elegantie aan te brengen in het proces van formeren. Het zou van politieke wijsheid hebben getuigd om eerst een gesprek aan te gaan met Santokhi in de hoedanigheid van president, Marinus Bee in de hoedanigheid van voorzitter van De Nationale Assemblee en Iwan Rasoelbaks in hoedanigheid van president van het Hof van Justitie voor wat betreft de demissionaire periode, de formatie en een eventuele transitie. Een kort formeel gesprek voor het uitwisselen van formaliteiten, een gezamenlijk gebaar en een startschot van te volgen politieke onderhandelingen. Ook dan zouden formele gesprekken met de politieke partijen, vanuit haar als presumptieve formateur, naar orde van verwacht zetelaantal kunnen hebben plaatsvinden. Als daarbij het gesprek met de VHP maar drie minuten duurt en het gesprek met de NPS drie uren, is dat hoe het verloopt. Maar het bewust om de VHP heen werken, schept onnodig misnoegen, zeker onder de negentigduizend Surinamers die hun stem op die partij uitgebracht hebben.
Eerst verdelen dan nadenken
Een andere mindere noot is dat staatsambten verdeeld zijn als knikkers en dat daarbij openlijk wettelijk onafhankelijke functies, zoals governorship van de Centrale Bank van Suriname, binnen het zicht van het publiek, over de toonbank rolden. De media en podiumaspecten van ‘functieverdeling’ geven een bestuurlijke onvolwassenheid aan en ondermijnen de gedachte van eenheid in bestuur, die de regering Santokhi-Brunswijk zo parten gespeeld heeft in de afgelopen zittingstermijn. Als natie moeten wij ernaar streven toe te groeien naar een bestuurscultuur waarin ruimte is voor wat anders. Het zou een stap vooruit zijn geweest als de formateur eerst op basis van deskundigheid, integriteit en profielen uit de samenwerkende en de niet samenwerkende partijen, haar selectie en voorkeuren op shortlists aan de partijen had gecirculeerd. Om vervolgens de balans in partijpolitieke zin op te maken en namen naar boven of naar onderen te verschuiven. Afgerond met wat correcties en een minimaal rondje aan politieke koehandel, met wat realiteitszin. Het toeschuiven van ministeries aan partijen op de eerste plaats, wil zeggen dat de samenwerking zelf niet tot stand komt aan de hand van competenties, maar aan de hand van de voorkeuren van toevallige politieke krachtenvelden binnen de partijen. Dit leidt ertoe dat de ABOP, die Justitie en Politie vijf jaar lang niet heeft weten te ordenen, en de NDP, die Financiën tien jaar lang zelfs buiten de lijntjes van wetgeving heeft laten kleuren, gewoon weer ministeries gaan invullen, waar zij bewezen hebben geen behoorlijk beleid te kunnen vormen. Het gevolg van formatiefouten en de oorzaak van gemiste kansen, zelfs als men het voordeel van de twijfel zou willen toekennen.