In een vurige toespraak te Kwatta, trok NDP-voorzitster Jennifer Simons, stevig van leer tegen president Santokhi en diens economisch beleid. Volgens haar is het beloofde herstelplan, niets meer dan een ‘friends and family’-operatie, een strategie waarbij slechts een kleine elite, garen spint bij de economische koers van de huidige regering. Maar de ironie kan niemand zijn ontgaan: uitgerekend Simons, jarenlang prominent gezicht van de regering Bouterse, stelt zich op als moreel kompas. Look who’s talking! Niemand zal ontkennen, dat het volk het moeilijk heeft. De koopkracht is gedaald, corruptieschandalen stapelen zich op en de beloofde transparantie, blijft ver te zoeken. Maar dat Jennifer Simons zich nu opwerpt als de grote criticus van vriendjespolitiek, grenst aan geheugenverlies – en niet of op zijn minst, aan politiek opportunisme.
Onder de NDP werd nepotisme immers tot kunst verheven. Overheidsbanen, gronduitgiftes en lucratieve contracten, gingen steevast naar partijloyalisten. De Centrale Bank, die Simons nu ineens verdedigt, was onder het vorige bewind juist het toneel van een van de grootste financiële malversaties in de Surinaamse geschiedenis. De toenmalige governor Gersie werd op zijspoor geplaatst, miljoenen aan kasreserves verdwenen en het volk bleef achter met gierende inflatie en wantrouwen. En wie zat toen als voorzitter van De Nationale Assemblee pal naast de president? Juist, mevrouw Simons. Dat ze nu beweert, dat “de economie toen functioneerde”, is op zijn zachtst gezegd selectief en ernstig leugenachtig. Ja, er was een periode van relatieve rust, maar die werd gebouwd op geleend geld, dubieuze deals en een financiële boekhouding, waar menig accountant grijze haren van kreeg. De kinderen gingen misschien met de bus naar school, maar de busmaatschappijen kregen vaak maanden geen betaling. De huisartsen draaiden, maar protesteerden om achterstallige subsidies. En ziekenhuizen waren “operationeel”, maar kreunden onder schulden en gebrek aan basisvoorzieningen.
Natuurlijk verdient de huidige regering stevige kritiek. De beloften van herstel klinken steeds holler, naarmate het dagelijks leven voor de gewone burger zwaarder wordt. Maar laat het dan komen van burgers, onafhankelijke instituten, of nieuwe politieke krachten met écht ‘schone’ handen. Niet van een partij die tien jaar lang zelf het systeem zwaar heeft ondermijnd. Wie echt verandering wil, moet beginnen met introspectie. Als Simons oprecht meent dat het volk centraal moet staan, zou een mea culpa mea maxima culpa op zijn plaats zijn. Want een politieke comeback op basis van “wij waren beter” is leeg, zolang je weigert verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen mislukte beleid. Ja, de regering-Santokhi faalt in veel opzichten. Maar een NDP in de rol van wachter der waarheid? Dat is alsof de vos de passie preekt. Kortom: als het gaat om corrigerend optreden, dan zou mevrouw Simons er goed aan doen haar kritisch geluid te dempen. Want geloofwaardigheid krijg je niet door te wijzen naar anderen, maar door te erkennen, waar je zelf goed in de fout bent gegaan. En dat is nog altijd een les die in de Surinaamse politiek zelden geleerd wordt.