Het Rekenkamerverslag 2024 dat eind maart 2025 verschenen is, brengt de staatsfinanciën in beeld en gaat in op de rechtmatigheid en doelmatigheid van het in 2024 gevoerde beleid. Het zeventigjarige bestaan werd gepast herdacht met een inhoudelijk seminar over good governance. De staatsuitgaven laten een werkelijk schrikbarend beeld zien.
Het Kabinet van de President en dat van de vicepresident, verslinden tezamen een slordige miljard SRD aan staatsmiddelen, waarbij in naam van de president, bijna vier keer zoveel wordt uitgegeven als in naam van de vicepresident. Ondanks de zogenaamde ambtenarenstop, zijn een slordige 600 landsdienaren in dienst getreden. Defensie is qua rechtmatigheid het braafste jongetje van de klas en voldoet het vroegst aan de normen van de CLAD. BIBIS heeft sprongen vooruit gemaakt, met realisatie volkomen binnen het budget en de aanpak van zorgpunten uit eerdere verslagen. TCT laat een beleid zien dat op vijf onderdelen qua rechtmatigheid faalt. De administratie van KPS is niet up-to-date, evenmin als die van het Korps Luchthaven Brandweer Zorg en Hoop. SoZaVo houdt de administratie van instellingen niet nauwkeurig genoeg bij. Bij het NVB is sprake van spookroutes en de Rekenkamer is nog mild in de beoordeling van hoe ernstig dit feit is. NH krijgt voor de vertaling van de Final Investment Decision en het GranMorgu-project naar specifiek beleid, een onvoldoende van de Rekenkamer.
De daling in het aantal landsdienaren en aan landsdienaren gelijkgestelden, dat de minister van Financiën en Planning eerder publiekelijk bekendmaakte, is met harde cijfers gestaafd. Nog geen 52.000 personen resteren en er is een dalende trend in het verschil tussen instromers en uitstroom via voornamelijk pensioenen. Drie stimulusprogramma’s voor vervroegd uittreden vanaf 55 jaar, met 35 dienstjaren en intensiever gebruik van de zogenaamde ‘24 maanden regeling’, moeten hier een verdere bijdrage aan gaan leveren.
Qua doelmatigheid van het beleid is er geen noemenswaardige groei in export geconstateerd, ondanks besteding van begrotings- en donormiddelen via LVV om Suriname tot de voedselschuur van het Caribisch gebied te maken. Met name meetbare doelstellingen en stimulansen aan exporteurs, in plaats van aan overheidsbedrijven, moeten in de toekomst het verschil gaan maken. Met vallen en opstaan, lijkt er grip te ontstaan op de overheidsfinanciën, zeker ten opzichte van voorgaande jaren. Met name de departementen zelf, hebben een oprechte poging laten zien, aanbevelingen qua good governance te implementeren. Op het gebied van rechtmatigheid zijn stappen gezet. Vooral de doelmatigheid van grote beleidsinitiatieven, zelfstandige bestuursdiensten en parastatale organisaties, zijn aandachtsgebieden waarbij nadere ontwikkeling en toewijding nodig is.