IMF WAS NIET ONVERMIJDELIJK

In juli 2020 vroeg Bouterse aan Santokhi, om een maand eerder de regeermacht over te nemen. Salarissen en vakantiegeld konden niet uitbetaald worden. Niemand wilde de uittredende regering geld lenen. Alles zat muurvast. Er kon nergens meer aangeklopt worden. Zakelijk Suriname was klaar met tien jaar aan wanbeleid, en internationaal kregen de lange rijen aan geldschieters, die tegen woekerrentes bereid waren met Hoefdraad in zee te gaan, al lang niet meer wat hen beloofd was. Santokhi trof letterlijk leeggeplunderde gebouwen aan, Hoefdraad sloeg op de vlucht, bonnetjes werden in afvalzakken achtergelaten en harddisks ontbraken, net als vele gegevens, en in het geval van bijvoorbeeld SPSB en FWLI, een slordige honderd miljoen USD.

Met een knapperig vers mandaat van de kiezers, mocht Santokhi direct naar Start, hoefde niet langs Vrij Parkeren en al helemaal niet langs de VVV. Een paar honderd miljoen van de lokale banken werd vrijgemaakt, geen enkele arbeidsplaats hoefde op de schop, lonen werden uitbetaald en iedereen leefde nog lang en gelukkig.

Negen tranches van elk ruim 60 miljoen USD aan Special Drawing Rights ontving de regering Santokhi van het IMF, verspreid over ruim vier jaar. Een aanpassingsprogramma was de hoge prijs die het volk en met name de Surinaamse middenklasse betaalde, en tegenwoordig staat Suriname er op papier iets beter voor, volgens de VHP en de ABOP. Hetzelfde IMF dat in 2016 met protestacties van de toenmalige oppositie geblokkeerd werd, bood een zeer vergelijkbaar aanpassingsprogramma aan. Een huishouden dat in 2020 SRD 500,- kwijt was aan licht, water en telecommunicatie, is in 2025 SRD 5000,- kwijt daaraan. Verschillende belastingen zijn verhoogd. Verschillende stakingen zouden leiden tot onderzoek, herberekeningen en aanpassingen, maar geen enkele verhoging is ooit naar beneden bijgesteld.

De spindoctors namens de VHP en de ABOP draaien, nu het programma ten einde loopt, overuren om de nadruk erop te leggen dat de gang naar het IMF onvermijdelijk was. Ook dat de maatregelen, zoals die toegepast zijn, onvermijdelijk waren. Dat is natuurlijk helemaal niet waar.

De meest drukkende uitgaven van de overheid vormen de personeelskosten. Die zijn te hoog, te inefficiënt en onder Santokhi bijna verdubbeld. Zijn regering had de koe bij de horens kunnen vatten, juist gezien het feit dat algemeen bekend was dat de lonen niet meer betaald konden worden. Het aantreden was het moment geweest om met de factor arbeid aan tafel te gaan, het brede mandaat van de kiezer te gebruiken en een plan tot afvloeiing en tot bevriezen van de lonen, overeen te komen. Hiermee was ook de inflatie tegelijkertijd tegengegaan en hadden ondernemers en de productie-industrie niet hoeven te concurreren met aanstellingen voor het leven en de voorzieningen van het Staasziekenfonds en het Algemeen Pensioenfonds, die onverantwoord en eindeloos gefinancierd worden door de belastingbetaler.

Het IMF blokkeerde, zoals Santokhi zelf gezegd heeft, de mogelijkheid om nieuwe leningen aan te trekken. Daarnaast zijn er ook veel investeringsmogelijkheden, waarbij de overheid of staatsbedrijven zouden moeten lenen om kapitaal aan te trekken voor participatie, door het IMF gepauzeerd of weg komen te vallen. De verdiencapaciteit is dus voor gedwongen spaarzaamheid verruild, wetende dat daarmee de groei van de productie en economie stagneert. Dit track record heeft het IMF wereldwijd, en dat wist de regering Santokhi.

De anderhalf miljard aan schulden bij staatsbedrijven had geherfinancierd kunnen worden met een conversie van schulden naar aandelenkapitaal. Dit zou resulteren in herfinanciering, maar ook in herstructurering van de stakeholders. Partijen die als schuldeisers achterover leunen en procederen, zouden met hun kennis, hun gedeelde belang en hun netwerk, zakelijke partners worden van de overheid in de staatsbedrijven die gered moeten worden. Het inlopen van achterstanden in jaarrekeningen bijvoorbeeld, zou vanwege dat gedeelde belang mede gefinancierd kunnen worden door het bedrijfsleven, de financiële sector en het buitenland, die aan tafel zouden aanschuiven bij een dergelijke herstructurering.
Een bijkomend voordeel zou zijn dat overheidsparticipaties, waaronder DSB, Self Reliance, Suralco, Rosebel, historisch beter presteren dan zuivere parastatale instellingen. De kans op voorkennis bij emissies en inschrijvingen voor privatisering, was daarmee meteen uitgesloten, omdat alle schuldeisers tegelijkertijd aandeel- of certificaathouder zouden worden.

Ook het veelbesproken en weinig gerealiseerde diasporakapitaal, is met name door het IMF ontspoord en geblokkeerd. Veel van Santokhi’s felbegeerde ‘fresh capital’ had Suriname kunnen bereiken op basis van economische participatie, activiteit en groei, in plaats van de beperkingen en verplichtingen van een IMF- programma.

Het IMF-programma heeft voor- en nadelen gehad. Maar het is een geschiedvervalsing om achteraf tijdens een politieke campagne, de schijn te wekken dat er voor Suriname geen andere mogelijkheden waren. De VHP en de ABOP moeten staan voor de keuze die ze gemaakt hebben en eerlijk erover zijn, dat er een bewuste keuze gemaakt is. Namelijk om zelfstandigheid uit handen te geven, kansen te laten liggen, de middenklasse te verarmen en te versmallen, corruptie onbestraft te laten en te lenen van een instituut met een invalshoek die in het belang is van de financiële broodheren van dat instituut.

More
articles