ACHTERBLIJVERS

Suriname heeft als land een redelijke reputatie in de wereld, als het gaat om migratie. Wij zitten niet in een ideologische hoek die ons onmiddellijk blokkeert, zoals Cuba en China. We leveren nog aardig wat goed voorbereide studenten af, die later als hoogopgeleiden, kennis en productie bijdragen aan grote economieën. En hoewel er soms wat rotte appels tussen zitten, reizen we niet massaal af naar Europa of de Verenigde Staten om daar georganiseerde misdaad en geweld te gaan bedrijven op grote schaal.

Wij hebben uitdagingen, waar het buitenland ons niet mee zal helpen. Een groot gedeelte van ons grondgebied is onbenut, onbeveiligd en controle en handhaving van wie komt en gaat, is geen prioriteit van onze overheid. Een reisdocument of een rijbewijs halen, is geen gemakkelijke opgave.

Toch zijn er heel wat migranten met een langetermijnstrategie, die de wereld verder doortrekken, voor wie een langer en legaal verblijf in Suriname een onmisbare tussenstap is. Het enkele legale verblijf, maar soms ook de naturalisatie, maken de migrant tot een wereldburger.

Een minderheid met enige betekenis, bereikt Suriname, maakt kennis met ons onvolmaakt, maar functioneel stelsel van volksgezondheid, onderwijs en een vrije markt en vraagt zich af, hoe groen het gras op de volgende bestemming daadwerkelijk is. Deze permanenten schieten hier wortel, zijn grotendeels ondernemend, zelfvoorzienend en vooruitstrevend.

Zoals eerder door deze krant gerapporteerd, stromen zowel transmigranten als permanenten in ongekende getale ons land binnen. Wij kunnen onze ogen niet blijven sluiten voor deze sluipende vorm van bevolkingsgroei die onze maatschappelijke samenstelling, onze arbeidsmarkt en uiteindelijk onze nationale identiteit, beïnvloedt.

Als wij geen vorm geven hieraan, zal de stroom vorm geven aan ons. Als gastland moeten wij ons een beeld vormen van wie wij verwachten dat de nieuwe Surinamers worden, wanneer zij daar van ons de kans toe krijgen. Qua taal, qua cultuur, qua opleidingsniveau, qua wel of geen aanraking met justitie, qua huisbezit, betaalgedrag, belastingafdracht, milieuvriendelijkheid en culturele openheid. Natuurlijk is dat deels een maatschappelijke discussie. Er zit echter een planningskant en een beleidskant aan het verhaal waar iemand zich mee bezig moet houden en waar iemand de verantwoordelijkheid voor moet dragen.

Een werkgroep over dit onderdeel hoeft niet presidentieel te zijn en het vereist geen budget, benoemingen of installaties. Het vereist een paar uurtjes roostervrij, één keer in de week voor een voldoende bevoegde functionaris namens Justitie, Arbeid, Onderwijs, Financiën, de assemblee en de rechterlijke macht onder een sturende hand die niet geïnteresseerd is in partijpolitiek. Laat die na een jaar rapporteren met twee A4’tjes aan bulletpoints en we hebben meer richting en stuurkracht, dan wanneer wij met onze kop in het zand gestoken blijven over wat er met ons land gebeurt.

More
articles