Zowel de huidige regering als de regering hiervoor, hebben de ordening van de goudsector via speciale commissies ter hand genomen. In het oerwoud aan commissies en werkgroepen, was goudordening altijd een stevige kankantrie, met behoorlijke wortels en stevige takken. Er heeft altijd een sfeer van daadkracht, assertiviteit en politieke invloed gehangen rondom iedere incarnatie van deze commissie. Bij ordening hoort natuurlijk rapportage, vastlegging en een bepaalde mate van transparantie. Qua transparantie is er natuurlijk altijd een valse start, als de president en vicepresident de haven verlaten, met de wetenschap dat de vicepresident in overtreding is van de grondwet, als het op concessies aankomt. Als diezelfde vicepresident een parmantige plaats in de commissie die de ordening moet gaan aanpakken krijgt, dan weten we natuurlijk dat partijpolitiek op plaats nummer één komt en transparantie op plaats nummer ‘we-zien-wel’. De kruik gaat te water totdat die barst en de eerste barstjes zijn internationaal al zichtbaar.
Het ‘Extractive Industries Transparency Initiative’ heeft schoon genoeg van de fratsen van deze regering en heeft Suriname geschorst. De schorsing is echter een symptoom van de geheimzinnigheid van de machthebbers rond belangen in de mijnbouw. Die geheimzinnigheid heeft een aanwijsbare, voor de hand liggende reden: veel van hen hebben direct of indirect belangen. Die houden zij geheim, omdat sommige daarvan het daglicht niet kunnen verdragen. De vicepresident heeft, zoals gezegd, ongrondwettelijk het ambt bekleed en wij als Surinamers, weten niet eens voor hoe lang en tot wanneer. Geen enkel bewijsstuk is openbaar gemaakt waaruit blijkt dat vandaag de dag, de regering de grondwet naleeft voor wat betreft deze functionaris.
De Suriname Extractive Industries Transparency Initiative (EITI)rapportage is erop gericht om het algemeen inzicht te vergroten in de mate van de bijdrage die de winningsindustrie levert aan de economische alsook sociale ontwikkeling van Suriname, en om transparantie en goed bestuur op alle niveaus van de waardeketen van de winningsindustrie te verbeteren. EITI moet volgens richtlijnen rapporteren, hetgeen ervoor moet zorgen dat financiële informatie van bedrijven in de mijnbouw-, olie- en gassector transparant wordt weergegeven. Dit voor het zichtbaar maken van ontvangsten met betrekking tot de natuurlijke hulpbronnen, waar de Surinaamse samenleving uiteindelijk van zal profiteren. Deze periode is op dit gebied cruciaal, omdat met de ontwikkelingen zoals GranMorgu en Blok 5, de interesse van partners zoals Petronas en Petrochina, Suriname zich in rap tempo internationaal aan het profileren is. Investeerders en belangenorganisaties oriënteren zich aan de hand van wat er aan informatie beschikbaar is en vormen een beeld van onze bestuurscultuur. Het verkeerde voorbeeld geven, stoot de juiste partners af en trekt de verkeerde partners aan en leidt tot verdere scheefgroei, verdere ongelijkheid en verdere verrijking van de invloedrijken, ten nadele van de achtergestelden.