STAATSOLIE-OBLIGATIE RISICOVOL?

De fanfare rondom de Staatsolie-obligatie is begonnen. De bekende echo van felicitaties met leningen is merkbaar. De verstandskiezen van bankiers en olieboeren zijn in de spotlight en een warm sfeertje doet in zakelijk Suriname de ronde. Te midden van dat alles, zijn harde en kritische perspectieven niet welkom. Vragen naar onderbrekingen van productie bij de raffinaderij, de productie-efficiëntie, het tekort aan zowel elektriciteit als water voor industriële doeleinden, worden met boze blikken weggemoffeld.

Deze krant rapporteerde eerder dat de financiering van een volle deelname aan het GranMorgu-project door Staatsolie, de schuldenlast verhoogt voorbij het punt van de tot nu toe gerapporteerde activa van het bedrijf. Staatsolie is dus vast van plan meer te lenen dan alles wat het bedrijf bezit en uit bestaat, waard is. Tussen het moment waarop geleend wordt in 2025 en waarop er verdiend gaat worden, op zijn vroegst in 2028, liggen lange jaren zonder inkomsten, waarin wel rente uitbetaald moet worden.

De vereisten voor inschrijving voor deelname aan de obligatie stellen ook weinig voor. Vergelijk de laatste obligatie-uitgave en de aanhoudende geruchten van de corruptievelingen die geprofiteerd hebben daarvan en van de OMO’s en CBC’s en er is duidelijk te zien, dat het informeel circuit zich in de handen wrijft. Brandschone girale dollars zullen bankrekeningen bereiken van figuren die de glamourpresentaties niet in persoon bezoeken. Aan de andere kan zouden zowel APA als Total Energies kunnen deelnemen aan de obligaties en nog meer invloed op het project kunnen veiligstellen via de zijdeur.

Oil and Gas staat wereldwijd beter bekend als Boom and Bust. Of met wat meer eloquent uitgedrukt: ‘Our Business Is One Of Constant Crisis, Interrupted By Brief Periods Of Intense Success’. Een realiteit die beleggers in die branche te wachten staat.

De reden dat de obligaties, net als de OMO’s, CBC’s en andere emissies, volop inschrijvingen zullen genieten, heeft veel te maken met de regels die vrije uitstroom van beleggingskapitaal naar het buitenland indammen. Belangrijke instituten zoals banken en verzekeraars, krijgen geen toestemming van de toezichthouder om een solide basis te leggen in het Exchange Traded Funds voor volledige markten. De kostenstructuur van minder dan 0,10 procent en dertigjarige rendementen van 8-13 procent, zijn naar consensus een aanzienlijk veiliger instrument dan wat op de minuscule lokale kapitaalmarkt aangeboden wordt.

Als gekeken wordt naar APA-aandelen of Total Energies-aandelen, zijn dit investeringen die de voordelen van het GranMorgu-project aan investeerders bieden, terwijl de nadelen en risico’s gemitigeerd worden door de gezonde kapitaalbasis van deze bedrijven en door de diversificatie meerdere exploitaties wereldwijd. Daarnaast staat en valt hun rendement niet met het wel of niet halen van een productiedatum in 2028. De waarschuwing aan beleggers is simpel: niet de glitters en de glans moeten het besluit beïnvloeden, maar analyse, vergelijking en een risico-inschatting. Daarbij zijn voor dit product alleen voor de institutionele, lokale investeerder ‘best of breed’. De individuele belegger doet er aanzienlijk conservatiever aan tegen premium Assuria-aandelen of Surinaamse Brouwerij-aandelen in te kopen en internationaal APA en Total Energies te kopen of te behouden.

R.B.  

More
articles