Governor Roemers contractverlenging van één jaar is alles behalve een motie van vertrouwen. De wet heeft het over een benoemingstermijn van zeven jaar en de volle vijf jaar voor benoeming van de nieuwe raad is benut. Het gespannen verstandshuwelijk tussen een regering die Roemer te onafhankelijk vindt en een governor die de regering en het regeerbeleid verkwistend, weinig doeltreffend en vooral onwetenschappelijk vindt, is naar een verstandsverloving gedegradeerd.
Bekend is dat het IMF niet dol is op een carrousel in de top van monetaire instituten en dat Santokhi in geval van herverkiezing, bij het IMF een levenslijn en ondersteuning zoekt. Verder is bekend dat binnen zowel de Raad van Commissarissen als onder de directeuren en zelfs bij politici, ambassadeurs en sympathisanten van beide partijen, de governorsfunctie als een kroonjuweeltje gezien wordt. Niet alleen is het een gelegenheid de politiek te beïnvloeden, zonder voor politicus aangezien te worden, het is prestigieus en internationaal. Met een schuld van ruim acht miljard SRD van de staat Suriname, loopt de president de komende vijf jaren in zekere zin aan de leiband van de governor en niet omgekeerd.
Over internationaal gesproken, komt Ramsundersingh als vierde directeur binnen met een behoorlijke ervaring in de internationale omgeving van de Republic Bank. De top kent een schaarste aan handelsbankiers, terwijl veel van de dagelijkse kerntaken van zowel toezicht, marktoperaties als monetair beleid, diepe connecties met en begrip van het bankwezen vereisen.
Met één vrouw in de Raad van commissarissen, één vrouw in het directieteam en drie van de vier directeuren van Hindostaanse afkomst, komen er niet gauw diversiteitsprijzen de kant van de Centrale Bank op, maar tenminste is er wat inhoud en kwaliteit bijgekomen.
Met een negatief eigen vermogen, dat ongeveer de helft bedraagt van de schuld die de Centrale Bank op de staat heeft, en verliezen in de meerdere miljarden door toedoen van de OMO’s, naast nog op te leveren jaarrekeningen vanaf 2022, zal Roemer geen rustig of saai jaar tegemoet gaan. De Centrale Bank is nog altijd een muis die dapper brult tegen een stel wolven, als het om de handelsbanken, pensioenfondsen en verzekeraars gaat, die stuk voor stuk de bank financieel oppeuzelen en nog appetijt overhouden. De constante rem op het gebied van fintech en cryptocurrency, die de toezichthouder tot nu toe geweest is, is bovendien zo kreupelend dat het bijna kwade opzet en negatieve invloed lijkt te worden, in het voordeel van de oude, logge, trage, gevestigde orde. Innovatie is blijkbaar alleen weggelaten voor Suribet, die met kantoren geopend tot tien uur ’s avonds, tot in de verste uithoeken van het land en top-up transfers van gelden, de werkelijke bankier van aannemers, wrokomangs, botomangs en chauffeurs lijkt te zijn.
Toch is men blij de fictie op te houden, dat dit soort organisaties maar door het Toezicht en Controle Instituut voor Kansspelen of door de Economische Controle Dienst gecontroleerd moeten worden.
Er lijkt weinig te veranderen bij de Centrale Bank en dat lijkt een bewuste keuze van een regering die al ruim vier scrabble letters heeft verzameld om ‘demissionair’ te kunnen spelen.