De wettelijk verplichte verklaring van vermogen en inkomen is door de regering Santokhi, net als door de regering Bouterse, verzwegen en ontlopen. Amoksi heeft in februari medegedeeld, dat het ‘formulier’ hiervoor en dus ook de opgave, zijn uitgesteld tot na de verkiezingen. Niet door hem uiteraard, maar door de commissie die zich bezighoudt met voorstellen voor wijziging van de Anti-corruptiewet. Het is duidelijk dat de regering met de dwingende wettelijke bepaling om wil gaan als een dode letter. Echter, het het gaat om geldige wetgeving. Door de commissie telkens aan te halen, wekt de regering de indruk dat de wet niet geldend, volledig of voldoende zou zijn, terwijl de wet succesvol in bestaande rechtspraak is toegepast. Daarnaast zijn er politici die conform de wet, hun vermogen en inkomen hebben laten vastleggen bij notariële akte, zonder op een formulier te wachten. Minstens de president en vicepresident hebben de mogelijkheid om zonder overleg of excuus, inzage te geven in hun vermogen en inkomen en daarmee als partijleiders het goede voorbeeld te geven.
Voor de vicepresident geldt dat documentairemakers bewijs hebben geleverd dat hij in strijd met de grondwet, belangen had in de goudsector. Het bewijs van desinvestering is nooit openbaar gemaakt. Tijdens deze regeerperiode is hij ook geassocieerd met de uitgifte van 60 hectare grondhuur en de uitgifte van 237 hectare aan een stichting die ingeschreven is op zijn woonadres te Moengo.
Bij de aanname van vier wetten die de nieuwe assembleeleden en ministers rijkelijk belonen, heeft de VHP het volk voorgehouden, dat dubbele functies tot het verleden behoren. Zonder de verklaring van vermogen en inkomen, dreigt ook dat stukje regelgeving een dode letter te blijven. Het ondoorgrondelijk oerwoud van ambtelijke personeelsadministratie zal camouflage bieden aan politici om ongestoord te blijven schnabbelen en knabbelen.