Met veel bombarie heeft de Nationale Democratische Partij (NDP) haar verkiezingsprogramma gepresenteerd, waarin zij belooft corruptie te bestrijden, digitale processen te versnellen en een betrouwbare overheid te creëren. Maar wie deze beloften verneemt, kan niet anders dan zich afvragen: hoe geloofwaardig is deze partij, die tien jaar lang aan de macht was en het land juist in een financiële en morele afgrond heeft gestort? De NDP had tussen 2010 en 2020, de kans om Suriname te hervormen en vooruitgang te brengen. In plaats daarvan kenmerkte haar beleid zich door torenhoge schulden, grootschalige corruptie en een verder verziekt overheidsapparaat. Overheidsmiddelen verdwenen op mysterieuze wijze, staatsbedrijven werden geplunderd en de macro-economie werd systematisch uitgehold. Nu dezelfde partij plotseling de strijd tegen corruptie en digitalisering predikt, klinkt dat als een dief die roept: ‘Houdt de dief!’
De vraag dringt zich op: waarom heeft de NDP deze ‘strategische pijlers’ niet eerder doorgevoerd, toen zij zelf aan de macht was? Waarom werd er destijds geen transparant grondregister ingevoerd, geen efficiënt digitaal systeem opgezet en geen betrouwbare overheid gecreëerd? Het antwoord is heel simpel: de prioriteiten lagen toen elders, namelijk in zelfverrijking en het in stand houden van een systeem waarin partijloyaliteit belangrijker was dan het nationaal belang.
Een van de meest ironische aspecten van het NDP-programma is de focus op het stimuleren van ondernemerschap en belastingvoordelen. Ondernemers hebben juist tijdens het bewind van de NDP zwaar geleden. De economie werd zo slecht beheerd, dat investeerders het land ontvluchtten en ondernemers te maken kregen met een torenhoge inflatie en een onstabiele wisselkoers.
De financiële puinhoop die de NDP achterliet, wordt nu door haar gepresenteerd als een probleem dat zij wil oplossen. Maar hoe kan een partij die hoofdverantwoordelijk is voor de economische neergang, geloofwaardig zijn in haar belofte om ondernemers te ondersteunen?
Het patroon is duidelijk: eerst breekt de partij het land af, en daarna presenteert zij zichzelf als de redder, die alles weer zal opbouwen. Maar de vraag is: bouwen zij op voor het volk, of om opnieuw de staatskas leeg te roven?