ABRAHAMS EN DE RECHTERLIJKE MACHT

 Begin februari leken de hoogtijdagen van het Boutisme even te herleven, toen de vrijspraak van Ashwin Adhin bevestigd werd door het Hof van Justitie. Zijn metgezel in een luidruchtige, maar povere NDP-stoet, was niemand minder dan Ramon Abrahams, die onlangs naast de trofee van opvolging greep. De twee imitaties van Bouterse en advocaat Kanhai, die tot twee keer toe Bouterse geen vrijspraak kon bezorgen, kregen even weer de kans om het geheel dunnetjes over te doen. De microfoons dicht bij de wandelende sprekers, de licht dreigende taal, het kat-en-muisspelletje met de rechterlijke macht, het pseudo-socialistische internationalisme en het wantrouwen in een onzichtbare gevestigde orde, het was allemaal in de etalage, tezamen met een oud mannetje dat zijn werkelijke gezondheid, half probeert te verhullen met een theatraal militaristische wandeling. Abrahams, die bij de uitvaart van Bouterse al de grootste moeite had de koloniale tijdlijn enigszins te buigen naar het gemak van zijn – overigens faliekant verkeerde – geschiedvertelling, sloeg de plank ook dit keer behoorlijk mis. Hij liet zich ontvallen tevreden te zijn over de rechterlijke macht, maar niet met het Openbaar Ministerie. Nu zullen wij Abrahams niet in de hoedanigheid van historicus, intellectueel of jurist herkennen, maar van iemand die een opera vol zingt over de trias politica wanneer het hem en zijn vriendjes uitkomt, mag toch wel meer verwacht worden? Het Openbaar Ministerie is onderdeel van de rechterlijke macht en wordt ook wel de ‘staande magistratuur’ genoemd.

De tweede opmerking van Abrahams, alsof de nodige maatregelen getroffen zouden worden na 25 mei, gaat van drie denkfouten, zoals zijn strijdmakker dat noemde, uit. De eerste is dat de NDP met zelfs 51 zetels, niet in een positie zal zijn om de “VH-PG” zoals zij haar noemen, te ontslaan of te vervangen. Als de grondwet voor de onafhankelijkheid die positie niet al veilig stelde, of als Abrahams daarmee onbekend was, zou hij zich minstens moeten herinneren dat Bouterse eerder al probeerde af te rekenen met een PG die hem niet snel genoeg van het 8 december-dossier afhielp. Dat schip is spoedig gezonken en de kordate reactie van volledig protest door de rechtspleging als geheel, heeft daar een einde aan gemaakt. De tweede denkfout is dat de NDP met vlag en wimpel de eindstreep bereikt. Het Boutisme ontbreekt een ideologische kerngedachte en niet Abrahams, niet Adhin en ook Simons niet, zullen de volgzame achterban van de overleden showman kunnen enthousiasmeren voor een brede overwinning. Voor zover de NDP al groot genoeg wordt om te gaan formeren, zal dat alleen kunnen leiden tot coalities met partijen die wel weten hoe instituten werken en dat je met je poten van het Openbaar Ministerie af moet blijven. De derde en belangrijkste en meest herhaalde denkfout van Abrahams is, zijn eigen inschatting van zijn rol en invloed binnen de NDP voor en na de verkiezingen. Hoewel de structuren hem het leiderschap niet gegund hebben, de nieuwe ethische gedragscode hem vleugellam maakt en hij dag na dag zijn grip op het Byzantijnse koffiezetapparaat dat de NDP is, kwijtraakt, is een presterende en werkende Abrahams nuttig voor de NDP. Zijn contactenveld, zijn organisatievermogen, zijn kennis van het binnenland, zijn toegang tot kapitaal en fondsenwerving (vriendelijk gezegd) en zijn logistiek brein, kunnen de partij voor en tijdens de verkiezingen op weg helpen. Voorbij dat punt is hij politiek nutteloos en van geen betekenis. De reden dat Simons, Akiemboto en Misiekaba hem en Adhin nog een minuut van hun dag gunnen, is om wat hij in de resterende drie maanden aan stemmen kan ronselen. Maar de loopplank van het piratenschip wordt dagelijks geschaafd. En als, gespeld in hoofdletters, de NDP ruikt aan regeerverantwoordelijkheid, zal het niet Abrahams zijn die de scepter zwaait en niet de PG die de loopplank afwandelt. Het zal Abrahams zelf zijn die in niet mis te verstane bewoordingen, door de leiding van de partij en in dat geval het land, duidelijk gemaakt zal worden dat zijn hoogtijdagen in het verre verleden liggen. En dat zelfs vanuit OCER er nog mensen zijn die weten dat zonder een rechterlijke macht inclusief staande magistratuur, het land niet vertrouwd zal worden door de internationale partners die nodig zijn om tot ontwikkeling te komen.

More
articles