De uitbetaling van de Moni Karta aan minderdraagkrachtigen, zou een moment van opluchting moeten zijn voor de vele huishoudens, die afhankelijk zijn van deze financiële ondersteuning. In plaats daarvan verandert haar bemachtiging in een uitputtende strijd tegen de elementen, bureaucratie en een gebrekkige organisatie. De schrijnende taferelen bij het distributiepunt tonen opnieuw aan, hoe weinig respect er is voor de waardigheid van de burger. Mensen verzamelen zich al in de vroege ochtenduren bij het uitgiftepunt. Sommigen staan er nog voor zonsopgang, hopend op een vlotte afhandeling. Wat ze krijgen, is een lange, chaotische rij waarin ze uren moeten wachten, zonder enige vorm van bescherming tegen de brandende zon of regen. Ouderen, mensen met een beperking en moeders met kleine kinderen worden aan hun lot overgelaten. Is het normaal dat burgers zo moeten lijden om een basisrecht op financiële ondersteuning te krijgen? Waar is de planning en organisatie? Waarom worden er geen fatsoenlijke wachtruimtes of verdekte mogelijkheden gecreëerd?
Het probleem begint al bij de communicatie. Mensen worden opgeroepen om hun Moni Karta te komen halen, maar duidelijke instructies ontbreken. Wie komt in aanmerking? Wanneer moet men precies komen? Welke documenten zijn vereist? De informatievoorziening is zo gebrekkig, dat velen pas ter plekke ontdekken, dat ze niet op de juiste dag zijn of bepaalde papieren missen. Dit leidt tot frustratie, wanorde en nog meer onnodige wachttijd. De vraag rijst: Waarom wordt er niet gewerkt met een fatsoenlijk afsprakensysteem? Met digitale hulpmiddelen zou een simpele tijdslotregistratie de wachttijden, drastisch kunnen verminderen. Maar in plaats daarvan, lijkt de overheid vast te houden aan ouderwetse, inefficiënte methoden die burgers nodeloos uitputten. Wat deze situatie erger maakt, is dat het hier gaat om burgers die al in een kwetsbare positie verkeren. Ze komen niet voor een luxe extraatje, maar voor geld dat nodig is om te overleven.
Waarom lijkt er in Suriname zo weinig respect te zijn voor de mensen die het meest afhankelijk zijn van overheidssteun? Waarom worden de omstandigheden niet menswaardiger gemaakt? Dit is een kwestie van politieke wil en prioriteitstelling. Het is tijd om het systeem van de Moni Karta-distributie, grondig te herzien. Dit kan door beter georganiseerde wachtruimtes met een overkapping, zodat burgers beschermd zijn tegen zon en regen, en door een digitaal afsprakensysteem in te voeren, zodat mensen niet onnodig uren in de rij staan. Duidelijke communicatie over ophaaldata, documenten en vereisten. Of simpelweg meer distributiepunten inzetten, om de drukte te spreiden. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om burgers met respect te behandelen. Tot die tijd blijft de Moni Karta niet alleen een financiële tegemoetkoming, maar ook een symbool van hoe weinig waarde gehecht wordt aan de waardigheid van de burger.