OLIEPRIJZEN IN 2025

De verwachtingen voor de olieprijs in 2025, schetsen een dynamisch beeld van de wereldwijde oliemarkt, waarbij overschotten en dalende prijzen naar voren komen als dominante thema’s. Analisten zoals J.P. Morgan, voorspellen een gemiddelde Brent-prijs van USD 73 per vat, terwijl meer pessimistische schattingen van sommige energie-experts een daling tot USD 40 per vat niet uitsluiten. Deze voorspellingen hebben verstrekkende implicaties, niet alleen wereldwijd, maar ook voor de zich ontwikkelende olie-industrieën in Suriname en Guyana.

Wereldwijde dynamiek en prijsdruk

De voornaamste oorzaak van de verwachte prijsdaling is een structureel overschot op de oliemarkt. Dit overschot wordt aangedreven door verhoogde productie in de Verenigde Staten, uitbreidingen binnen OPEC+ en de terugkeer van producenten zoals Iran en Venezuela op de markt. Bovendien speelt de energietransitie een rol: landen blijven investeren in hernieuwbare energiebronnen, wat op de lange termijn de vraag naar fossiele brandstoffen dempt.

Daarnaast wijzen experts op de rol van macro-economische onzekerheden. Verwachte renteverhogingen in de Verenigde Staten en Europa kunnen de economische groei vertragen, wat een negatieve invloed heeft op de vraag naar olie. Dit maakt de oliemarkt kwetsbaar voor fluctuaties in zowel productie als vraag.

Impact op Suriname en Guyana

Voor Suriname en Guyana, twee opkomende olieproducenten in het Caribisch gebied, hebben deze prognoses belangrijke implicaties. Beide landen hebben de afgelopen jaren significante offshore olievoorraden ontdekt. Guyana heeft met ExxonMobil een vliegende start gemaakt in de exploitatie, terwijl Suriname, ondanks vertragingen, binnenkort ook productie verwacht uit de samenwerking met TotalEnergies en APA Corporation.

Gevolgen voor de staatsinkomsten

Dalende olieprijzen zullen direct gevolgen hebben voor de begrotingen van beide landen. Voor Suriname, dat afhankelijk is van de verwachte inkomsten uit offshore olie om de staatsschuld te verminderen en de economie te stabiliseren, kunnen lagere prijzen het beoogde herstel vertragen. De schuldquote van Suriname ligt al boven de 80 procent, wat betekent dat minder inkomsten uit olie een risico vormen voor het vermogen van de regering om aan haar verplichtingen te voldoen.

In Guyana, waar de productie al in volle gang is, vormen lagere prijzen een potentiële bedreiging voor de geplande investeringen in infrastructuur en sociale programma’s. Hoewel het land een soeverein investeringsfonds heeft opgericht om inkomsten te beheren, is het succes daarvan sterk afhankelijk van stabiele olieprijzen.

Concurrentiepositie en kostprijs

Een bijkomend risico voor beide landen is hun concurrentiepositie op de mondiale oliemarkt. Productiekosten in Suriname en Guyana zijn relatief competitief, met schattingen van ongeveer USD 30 per vat. Dit betekent dat de olieproductie zelfs bij lagere prijzen rendabel kan blijven. Echter, een Brent-prijs van USD 40 of lager kan de marges aanzienlijk verkleinen en nieuwe investeringen ontmoedigen.

Strategische overwegingen

Beide landen moeten hun strategieën aanpassen om veerkrachtig te blijven in een veranderende oliemarkt. Voor Suriname betekent dit het versnellen van de productie en tegelijkertijd investeren in economische diversificatie. Inkomsten uit olie moeten strategisch worden gebruikt om andere sectoren, zoals landbouw en toerisme, te versterken. Het Guyanese model van een soeverein fonds kan een voorbeeld zijn voor Suriname, mits goed geïmplementeerd.

Daarnaast zullen beide landen moeten investeren in nationaal georiënteerde marktanalyses. Juist vanwege de geopolitieke implicaties en het sterk subjectief karakter van analyses van diverse instituten, is besluitvorming op basis van externe analyse, kwetsbaar en risicovol. Marktanalisten hebben vaak aangeduid dat accurate 30 jaars inschattingen van de prijsontwikkeling cruciaal zijn geweest voor het succes van de overlevende organisaties binnen de industrie.

Guyana, aan de andere kant, moet blijven investeren in infrastructuur en menselijk kapitaal om de voordelen van olieproductie duurzaam te maken. Tegelijkertijd is er behoefte aan regionale samenwerking met Suriname om gezamenlijke belangen op de wereldmarkt te behartigen.

De olieprijs voorspellingen voor 2025 wijzen op een uitdagende toekomst voor olieproducerende landen, inclusief Suriname en Guyana. Terwijl lagere prijzen druk kunnen uitoefenen op staatsinkomsten en economische groei, bieden die ook kansen om duurzame strategieën te ontwikkelen. Door prudent beleid, investeringen in diversificatie en regionale samenwerking kunnen beide landen zich voorbereiden op een toekomst waarin olie mogelijk niet langer de belangrijkste economische motor zal zijn.

More
articles