Als Surinamers zien wij het jaar 2025 tegemoet als een jaar van keuzes. De eerste keuze die we tegemoet zien, is of wij als land verder met het IMF willen of niet. De keuze van de regering is duidelijk gemaakt: iedereen die er invloed op heeft, wijst op alle manieren waarop het IMF en Suriname verder kunnen, maar de keuze is niet aan een grotendeels demissionaire regering alleen. Er zijn een paar alternatieven, met voorop Oppenheimer en een syndicaat aan obligatiehouders of een Chinees supersyndicaat met de People’s Republic of China, verholen achter dunne sluiers die vandaag Huawei, Chinalco en China National Petroleum Corporation kunnen heten en morgen weer een andere naam kunnen hebben of satellieten van Total Energies en APA Corporation. Allen coquetteren met voorschotconstructies die ons aan de halsband plaatsen van wie wij uiteindelijk kiezen, want de schoen gaat enorm wringen rond maart-april, wanneer de laatste IMF-tranche te gelde gemaakt is. De keuze voor de kleur van onze financiële halsband is de eerste van 2025. En eentje die eenheid vereist. Als de VHP in 2025 te maken krijgt met een oppositie die zich gedraagt zoals de VHP in 2019 en 2020 gedaan heeft, heeft zij namelijk een levensgroot probleem. Zo a-nationalistisch als het was om het vertrouwen in Bouterse, Hoefdraad en Adhin te ondermijnen, waar het nakoming betrof, zo veel nationalisme hoeft deze regering van de huidige oppositie te verwachten. Zeker met de sfeer van geheimzinnigheid en vaagheid, waarmee zij rapporteert over deze gesprekken.
De volgende keuze die Suriname te wachten staat, is de keuze op 25 mei 2025. Die keuze is minder kleurrijk dan het boeket dat de politiek en de overige media vaak voorhouden. De vijf partijen met de meeste stemmen gaan nu een stoelendans aan en hier en daar wat zetels verwisselen, maar een golf of gloed van nieuwe hoop, staat ons absoluut niet te wachten. Iedere ster die in 2023 of 2024 even leek te rijzen aan de horizon, heeft bedroevend en jammerlijk gefaald in het opbouwen van een grassroots grondoperatie, het houden van politieke bijeenkomsten of het opzoeken van een samenwerking met andere geloofwaardige partners in het midden. Niemand gelooft serieus dat uit de gelederen van nieuw en klein iets voortkomt dat het tweede of derde grootste aantal stemmen kan trekken. Voor de discussie over het presidentschap, het kabinet en de te vormen regeercoalitie, hebben wij het dus over het stelen van al minstens twintig jaar bekende kaarten. De keuze wordt dus smal en eenvoudig: komen in de absolute top Chan, Jenny of Greg bovenaan uit en bestaat de subtop uit Brunswijk, Somohardjo of Reyme en in welke volgorde?
De derde keuze is hoe wij of in hoeverre wij, drie kritieke momenten dit jaar laten broeien in de onvermijdelijke straatacties. Twee daarvan betreffen de twee maanden van onrust en omwentelingen wereldwijd en geschiedenis lang, namelijk februari en oktober. Er is aanleiding genoeg in beide perioden, met de opdrogende IMF-middelen, de sociale pijn van de IMF-maatregelen en de hoogmoedige opstelling van de regeringstop, voor onvermijdelijk vreedzaam betoog, om een ander karakter aan te nemen. Het is de keuze aan het volk, hoeveel toevlucht en ondersteuning te nemen in deze momenten van onrust. Gelooft men in de opportunisten die dit vuur aanwakkeren? Of in de grijze, kale en volgevreten machtswellustelingen die met Gajadiens wetgeving, straks rijker worden dan ooit door politiek?
Hoe onze samenleving er over 365 dagen uitziet, zal veel te maken hebben met wat wij accepteren, wat wij afwijzen en wat wij openhartig omarmen.